Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Catalogus

betekenis & definitie

Catalogus - (Gr.), lijst, register van voorwerpen uit het gebied der wetenschap (boeken, penningen), der kunst (schilderijen, prenten) der natuur (b.v. mineralen, schelpen), of der industrie (modellen, apparaten, instrumenten). In ’t bijzonder is de benaming c. verbonden aan boekenlijsten, volgens vaste regels saamgesteld van openbare en private boekverzamelingen, van tentoonstellingen, veilingen en handels-magazijnen van boekhandelaars en uitgevers. — Het moderne boek- en bibliotheekwezen bedient zich in hoofd zaak van vier vormen van c. Te weten: de alphabetische, de systematische, de trefwoorden- en de stand-catalogus. De drie eerstgenoemden staan gewoonlijk ter beschikking van de bibliotheekbezoekers, de laatste dient alleen voor het bibliotheekpersoneel als middel van contrôle. In den alphabetischen c. zijn de titels alphabetisch geschikt naar de schrijversnamen of naar de hoofdwoorden, voor zoover het anonieme werken geldt.

Hij dient antwoord te geven op de vraag of een bepaald werk aanwezig is en welke werken van een bepaalden schrijver aanwezig zijn. De systematische c. is ingedeeld naar de wetenschappelijke vakken en hunne onderafdeelingen. Hij wijst de literatuur aan, die over een bepaald onderwerp verzameld is. De meest in zwang zijnde stelsels van systematiek zijn dat van Hartwig (1888), Delisle (1890) en het decimaal-stelsel van Dewey* (1876), dat, uit Amerika overgekomen, door Kayser, von Mâday e. a. gewijzigd en aangevuld, vooral van uit Brussel door het ald. bestaand Intern, bibliogr. Instituut wordt verbreid en voorgestaan. De stand- of lokaalcatalogus beschrijft de titels in dezelfde volgorde als waarin de boeken in de kasten geplaatst zijn. Hij dient derhalve tot middel van opsporing van zoek geraakte of verkeerd geplaatste boeken en wordt tot dat doel alleen door het bibliotheek-personeel gehanteerd. — Naast de bovengen. meer algemeene c. bestaan nog ettelijke kleinere c. van speciale verzamelingen, b.v. van wiegedrukken, kaarten, prenten, handschriften, die evenwel niet in alle bibliotheken voorhanden zijn.

In den laatsten tijd worden de titels voor de catalogi meer en meer op afzonderlijke blaadjes of cartons vastgehecht of getypt („Zettel-katalog”), waardoor de inschikking van nieuwe titels betreffende een zelfden schrijver of onderwerp zéér wordt vergemakkelijkt. — Dikwijls verwart men „bibliographie” met „catalogus”, hoewel beide begrippen met evenveel recht naast elkaar kunnen en mogen bestaan. Eene bibliographie beschrijft een bepaald ex. van een boek, ter onderscheiding van andere derzelfde soort. Een catalogus doet dat niet, doch bepaalt zich tot het zuiver weergeven van den boektitel en beschouwt daarbij elk boek als een onderdeel eener bestaande verzameling. De trefwoorden c. is in zekeren zin eene uitbreiding van den alphabetischen c., omdat daarin niet alleen de titels op de schrijversnamen of, bij gebreke van dien, op de hoofdwoorden in alphab. volgorde worden opgenomen, maar ook op tref- of groepswoorden, die gekozen zijn uit alle zoodanige begripsduidingen als in verband staan tot het in den titel vermelde onderwerp of begrip. Deze soort van c. wordt het meeste gebruikt in Amerik. en Engelsche boekerijen en heet aldaar „Dictionary-catalogue” of „Subject-index”. Over het algemeen is men van meening, dat de keuze der te bezigen trefwoorden uiterst moeilijk is en, wil zij doelmatig zijn, zich geene beperking laat welgevallen.