Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Beuk

betekenis & definitie

Beuk, Fagus* silvatica, een loofboom, die over een groot deel van Europa verspreid is, doch geen al te geprononceerd continentaal klimaat kan verdragen, en daarom in 0. Europa ontbreekt. Evenmin verdraagt de boom een zeer kouden, langdurigen winter of een lange droge periode, zoodat hij in het gebied van de Middellandsche zee en in Scandinavië grootendeels ontbreekt. De N.-grens ligt in het W. van Noorwegen op 60° N.B., doch overigens op veel geringere breedte. In Nederland neemt de b. in het Bosch onder de loofhoutsoorten een voorname plaats in.

Hij stelt vrije hooge eischen aan den grond, die vooral niet verzuurd mag zijn. Vochthoudende, kalkhoudende, leemachtige zandgronden zijn hem ’t liefst. In ons land worden de mooiste bosschen en lanen van deze houtsoort aangetroffen langs de Zuid-Oostel. Veluwezoom (z.g. „boekgronden”). Door zijn schaduw-verdragend vermogen is hij zeer geschikt voor onderplanting of onderzaaiïng. Oude b. bosschen kunnen op die wijze worden verjongd en zich licht stellende dennen- of eikebosschen kunnen op daartoe geschikte gronden door b. worden aangevuld tot behoud of verbetering van het voortbrengend vermogen van den bodem. In het gemengde bosch is hij goed op zijn plaats, mits hij bij de andere soorten wat achter blijft. In de jeugd is de b. gevoelig voor nachtvorsten, terwijl een rechtstreeksche zonbestraling van den stam vaak zonnebrand tengevolge heeft.

Vandaar dat bij het kweeken en snoeien van laanboomen er op gelet moet worden, den stam steeds beschaduwd te houden door de eigen kroon of takjes, terwijl bij het uitdunnen van bosschen of lanen geen gaten gemaakt mogen worden, waardoor de zon te veel invalt. — Voor hakhout komt hij niet in aanmerking, wegens het geringe uitstoelend vermogen van de struik. Voor heggen is hij uitstekend geschikt. Hij is een onzer mooiste laanboomen (Middachter Allee). De b. draagt niet elk jaar overvloedig zaad. Het zaad wordt in de kweekerij ongeveer 2 c.M. diep gezaaid, op bedden of op rijen. Na 1 of 2 jaar worden de jonge b. verspeend. Ook als sier- en gazonboom komt de b. overal voor. De talrijke variëteiten leveren een geliefkoosd materiaal voor tuinen en parken, b.v. de var. atro-purpurea, de vorm met bruine bladeren, de var. laciniata met fijne, tamelijk diep ingesneden bladeren en de vorm pendula, de treurbeuk, die ook in den bruinbladigen vorm voorkomt.

Deze variëteiten worden gewoonlijk verkregen door driehoeksgriffeling op stammetjes van de gewone b. Het licht-bruinroode hout is tamelijk fijnvezelig, splijt gemakkelijk, is tamelijk zwaar en in het water zeer duurzaam. Het wordt o. m. als meubelhout gebruikt en voor werk- en schaafbanken en in de wagenmakerij. Als brandhout (beukenblokken) heeft het veel waarde, terwijl ook de houtskool zeer goed is. De driekante vruchten (beukenoten) bevatten een oliehoudend zaad en worden verzameld om er de vette olie uit te persen, die als spijsolie en in de apotheek gebruikt wordt. In 1915 werd de abnormaal hooge prijs van ƒ 20 a ƒ 25 per H.L. beukenoten betaald. De perskoek wordt als veevoeder gebruikt, in het bijzonder voor varkens; voor runderen en vooral voor paarden is hij niet onschadelijk wegens het gehalte aan het giftige fagine, dat echter niet mee in de olie overgaat.