Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Beukels

betekenis & definitie

Beukels (Jan), ook nog onder andere namen bekend en naar zijne geboorteplaats meestal Jan van Leiden geheeten. Hij was eerst kleermaker, vervolgens herbergier, waarop hij zich in weinig winstgevende handelsondernemingen stak. Te Leiden was het zijn hoogste eerzucht, de eerste rollen te vervullen op het tooneel der kamer van Rhetorijcke in drama’s, die hij zelf vervaardigde. Nadat hij Wederdooper geworden was, werd hij weldra een der leiders van deze secte en vergezelde, toen de tijdingen uit Münster in Westfalen gunstig werden, Jan Matthijsen, een bakker uit Haarlem, in ’t najaar van 1533 naar deze stad, waar vele Wederdoopers uit Holland en Friesland bijeen kwamen.

De profeet Jan Matthijsen verkondigde, dat men zich desnoods met geweld van Münster moest meester maken en dat deze stad het nieuwe Jeruzalem zou worden. De macht was er evenwel nog in handen der Lutherschen; 27 Febr. 1534 werden dezen, mannen, vrouwen en kinderen, in een sneeuwstorm uit de stad gejaagd; het huisraad en ’t geld der verdrevenen werd gemeenschappelijk eigendom en zou toegedeeld worden aan een ieder, naar hij van noode had. Alles werd nu in de stad door de Wederdoopers, die de macht in handen hadden gekregen, veranderd; alle beelden in en langs den Dom, alle schilderwerken uit de kerken werden op de markt verbrijzeld, terwijl eene verzameling van kostbare oude drukken en handschriften daar verbrand werd. Niets mocht overblijven dan alleen de Bijbel. Het bijzonder eigendom zou ophouden en vervangen worden door gemeenschap van goederen; gemeenschappelijke maaltijden werden ingevoerd. Ondertusschen was de Bisschop van Münster met zijne bondgenooten begonnen de stad te belegeren; bij een uitval tegen Paschen 1534 sneuvelde Jan Matthijsen, waarop Jan v. Leiden het oppergezag in handen kreeg. Deze richtte het bestuur anders in; de stad zou geregeerd worden door de twaalf oudsten of richteren.

Vervolgens werd de veelwijverij ingevoerd, waartegen een gedeelte der Wederdoopers zich verzette; deze partij werd echter ten onder gebracht. Jan v. Leiden, ontevreden met zijn gezag, liet zich nu tot Koning van ’t nieuwe Israël uitroepen, terwijl zijne voornaamste dienaren de predikant Rothmann, Knipperdollink, Tilebecke en Redecker waren. Zoodra de vijanden overwonnen zouden zijn, zou van uit Münster de verovering der wereld beginnen. 24 Juni 1535 viel de stad echter door verraad in handen der belegeraars na een beleg van 15 maanden. Jan v. Leiden werd in Maart 1636 na de wreedste folteringen gedood; zijn lijk werd in een ijzeren kooi aan den toren der St.-Lamberti-kerk opgehangen. Deze kooien der Wederdoopers kan men daar nog zien hangen. Vgl. o.a. over Münster in dien tijd: Quack, De Socialisten I.

< >