Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Winter

betekenis & definitie

Winter - 1) het jaargetijde, dat gekenmerkt wordt door lage temperatuur en rustende vegetatie. Voor de bewoners van het Noordelijk halfrond het jaargetijde, waarin de zon, na haar grootste Zuidelijke declinatie bereikt te hebben, zich weer naar den evenaar toe beweegt. De W. duurt voor ons van 22 December (winterzonnestilstand of -solstitium) tot 20 Maart (lentenachtevening), voor de bewoners van het Zuidelijk halfrond van 21 Juni tot 23 September.

2) Carel Frederik, geb. 1799 te Djokjakarta, Java, was van 1832 tot 1843 belast met het onderwijs in het Javaansch aan het Instituut van de Jav. taal te Soerakarta. Medewerker van prof. Taco Roorda en alzoo een der grondleggers van de beoefening der Jav. taal. Voor zijn werkzaamheid met Wilkens aan het groote Jav. Woordenboek, zie WILKENS (J. A.). Hij overleed in 1859 te Soerakarta.
3) Nicolaas Simon van, Nederlandsch letterkundige uit de 18de eeuw, geboren 1718 te Amsterdam. Hij beoefende alle toenmalige dichtgenres: een bijbelsch gedicht: Kaïn en Habel (1773), een stroomdicht: De Amstelstroom (1755), een leerdicht met natuurbeschouwingen: De Jaargetijden (1769) in navolging van Thomson’s „The Seasons” en Albrecht van Haller’s „Die Ewigkeit”; eenige treurspelen: Menzongo of de koninklijke slaaf (1765); Menzikoff (1785), e. a.
4) Peter von, beroemd Duitsch operacomponist, geboren 1754 te Mannheim, overleden 1825 te München, kwam zeer jong reeds als violist in de hofkapel te Mannheim, genoot het onderricht van den abt Vogler en werd in 1776 muziekdirecteur aan het hoftheater. Hij componeerde een aantal balletten en opera’s, die niet alleen in Mannheim en München (waarheen het hof 1778 verhuisde), maar ook elders (o. a. Weenen en Italië) met bijval werden opgevoerd. Zijn beroemdste en beste werk is de opera Das unterbrochene Opferfest.