Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zeker

betekenis & definitie

bn. en bw. (-der, -st),

1. buiten of zonder gevaar, veilig: het zekere voor het onzekere nemen, geen risico nemen; men is hier zijn leven niet — , men loopt gevaar gedood te worden;
2. vast, betrouwbaar: dat is iets (een ding) dat — is; het is zo als tweemaal twee vier is, het is buiten enige twijfel; — weten? weetje het zeker?;
3. overtuigd: ik ben er — van; ik ben — van mijn mensen, ik kan op hen rekenen; — spreken, langzaam en beslist, (ook) temerig: het is een zekere, een Jantje Secuur;
4. als bw. van modaliteit om een waarschijnlijk vermoeden uit te drukken: hij dacht — dat ik het niet zag;
5. niet nader aan te duiden: — iemand vertelde mij; ik had een — voorgevoel; hij is op zekere plaats, op het toilet;
6. in — opzicht lijken zij op elkaar, moeilijk te omschrijven.