zeker
zeker - Bijvoeglijk naamwoord 1. waaraan niet getwijfeld hoeft te worden ♢ Het voortbestaan ervan werd door deze overwinning een stuk zekerder. 2. een ~ een bepaalde, een of andere ♢ Hij werd door een zekere ziekte daarvan weerhouden. ze...
Nederlandstalige WikiWoordenboek
zeker - Bijvoeglijk naamwoord 1. waaraan niet getwijfeld hoeft te worden ♢ Het voortbestaan ervan werd door deze overwinning een stuk zekerder. 2. een ~ een bepaalde, een of andere ♢ Hij werd door een zekere ziekte daarvan weerhouden. ze...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
zeker - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, voornaamwoord uitspraak: ze-ker 1. in elk geval ♢ er waren zeker dertig mensen 2. waar je niet aan twijfelt ♢ hij heeft het zeker gedaan ...
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
bn. en bw. (-der, -st), 1. buiten of zonder gevaar, veilig: het zekere voor het onzekere nemen, geen risico nemen; men is hier zijn leven niet — , men loopt gevaar gedood te worden; 2. vast, betrouwbaar: dat is iets (een ding) dat — is; het is zo als tweemaal twee vier is, het is buiten enige twijfel; — weten? weetje het zeker?;...
Nederlands woordenboek (7e druk)
bn. bw. (-der, -st), 1. buiten of zonder gevaar, veilig: in dat land is het niet zeker; hier zijn wij zeker; om zeker te gaan ; de zekere weg kiezen ; — het zekerste is..., het veiligste, waarbij men het minste risico loopt; — (Zuidn.) zeker spelen, geen risico nemen; 2. iets (2de nv.) zeker...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
ZEKER, bn. bw. (-der, -st), buiten gevaar, veilig : in dat land is het niet zeker; men is hier zijn leven niet zeker; hier zijn wij zeker; — gerust, zonder zorg : om zeker te gaan; den zekeren weg kiezen; — waaraan niet te twijfelen valt: zekere bewijzen hebben; die kenteekenen zijn zeker; het zekere voor het onzekere nemen; zeker van...
Gerelateerde zoekopdrachten