Gepubliceerd op 01-12-2020

windenergie

betekenis & definitie

energie aanwezig in of opgewekt met wind. Wind wordt veroorzaakt door draaiing van de aarde en door ongelijkmatige opwarming van de aarde door de zon, waardoor luchtdruk en -temperatuurverschillen ontstaan.

Windenergie is dus een uit zonne-energie afgeleide vorm van energie. Ongeveer 0,2 % van de zonne-energie die op de aarde valt, wordt omgezet in wind. De toepassing van windenergie is al eeuwenoud. Windenergie werd vroeger o.a. gebruikt voor polderbemalingen, houtzagerijen en graanmaalderijen. Windmolens of windturbines kunnen de windenergie omzetten in energie (b.v. elektriciteit) of warmte.De meest geschikte plaatsen voor het benutten van windenergie in Nederland zijn de omgeving van Den Helder en plaatsen voor de Ned. kust, omdat daar de windsnelheid het hoogst is. Het aanbod van wind is grillig, de wind kan binnen een paar uur sterk aanwakkeren maar ook weer wegvallen. In de winter is er iets meer aanbod dan in de zomer en overdag is er gemiddeld meer wind dan ’s nachts. De verschillen worden kleiner naarmate men hoger komt en ook is de windenergie per oppervlakte-eenheid op grotere hoogten groter. Dit zijn dus argumenten om de molens zo hoog mogelijk te plaatsen. In theorie kan de gehele elektriciteitsvoorziening van Nederland door windmolens geschieden. Men heeft uitgerekend dat daarvoor op een oppervlak in de Noordzee van 10 km x 250 km 8000 windmolens geplaatst moeten worden, die wieken hebben met een diameter van 50 m.

Een windmolen kan niet werken wanneer het aanbod van wind te gering is of juist te groot is. De grenzen van de windsnelheden waartussen een windmolen kan werken, worden bepaald door het type en de grootte van de molen.

De belangrijkste voordelen van het toepassen van windenergie zijn dat het ‘kosteloos’ is en dat er geen afval wordt geproduceerd. De nadelen die aan windenergie kleven zijn dat de molen, vooral wanneer die groot is, zeer zichtbaar zal zijn in het landschap en dat de ruimte om de molen in het gebruik beperkt wordt door o.a. het gevaar van bladbreuk en mogelijke geluidsoverlast. De verwachtingen ten aanzien van windenergie zijn voor wat betreft de grote windmolens voor levering van elektriciteit aan het openbare net niet erg gunstig. Men zal in ieder geval in windstille perioden moeten kunnen terugvallen op andere vormen van elektriciteitsopwekking. Het is misschien wel mogelijk om in combinatie met waterkracht de windenergie te benutten, b.v. door het plan-Lievense uit te voeren. Een deel van de Markerwaard zou dan ingericht kunnen worden als opslagbekken voor water, dat daarin opgepompt wordt door elektriciteit geleverd door windmolens wanneer de vraag naar elektriciteit niet hoog is. Wordt de vraag groter, dan kunnen de waterturbines die onderin de dijk zijn geplaatst, elektriciteit leveren.

Recentelijk hebben de samenwerkende elektriciteitsproducenten aangekondigd dat zij zullen gaan experimenteren met een groot windmolenpark met een vermogen van 50 MW.

Optimistischer zijn de verwachtingen ten aanzien van het kleinschalig gebruik van windenergie in b.v. de land- en tuinbouw. Deze molens zullen waarschijnlijk onafhankelijk van het openbare net werken.

In Nederland wordt sinds begin 1976 gewerkt aan een Nationaal Onderzoekprogramma Windenergie. In de eerste fase, die oriënterend was, werd o.a. een molen gebouwd met een verticale as en een rotordiameter van 5,5 m. Tijdens de tweede fase is een windturbine gebouwd met een rotordiameter van 25 m. Deze molen is op het terrein van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in Petten geplaatst. Er is de laatste tijd een zeer grote belangstelling ontstaan voor windenergie, zowel bij bedrijven als bij particulieren. Dit laatste heeft geleid tot een groot aantal aanvragen voor een vergunning bij de gemeenten, die echter nog weinig ervaring op dit gebied hebben.

De verwachtingen ten aanzien van windenergie in Nederland zijn hooggespannen. Vermoedelijk is er echter hooguit 10-15 % van de totale elektriciteitsbehoefte in het jaar 2000 mee te dekken. Daarvoor zijn duizenden zeer grote windmolens nodig, die dan in het westen van het land of op een kunstmatig eiland in zee moeten staan.

Van de milieu-aspecten van een dergelijke ontwikkeling is vooralsnog weinig bekend. Gewezen wordt o.m. op horizonvervuiling, enige geluidshinder ter plaatse en hinder bij de vogeltrek. Ook de risico’s van onverwachte breuken van de wieken worden als een van de negatieve aspecten bestudeerd. Het grootste bezwaar van windenergie blijft uiteraard de wisselende beschikbaarheid, zodat altijd andere elektriciteitsvormen ter beschikking moeten blijven.

In België is het onderzoek naar de mogelijkheden om windenergie toe te passen niet zo ver gevorderd als in Nederland.

Dit komt omdat alleen in de kustzone het hele jaar door voldoende windsnelheden aanwezig zijn om ze economisch verantwoord als alternatieve energiebron te gebruiken. Ook in het binnenland zijn er enkele plaatsen waar de windsnelheden hoog genoeg zijn om er energie uit op te wekken, maar daar ligt het initiatief uitsluitend bij particulieren.

De interesse van de overheid is gering en zeker niet stimulerend om grootschalige projecten op touw te zetten. In Limburg bestaat wel een opvallende belangstelling, waarschijnlijk als gevolg van de gunstige ügging van het Kempens Plateau dat vlak is en relatief hoog ligt. In Leuven bestaat een werkgroep technologie, die alle initiatief en onderzoek over windenergie verzamelt en doorgeeft in het tijdschrift voor sociaal en ecologisch verantwoorde techniek De Koevoet.

< >