In een waterrijk land als Nederland heeft men het belang van goede havens al eeuwen geleden ingezien. Vooral in de Gouden Eeuw (17e eeuw) waren de zeehavens van buitengewoon belang, door de handel op het buitenland en de gerichtheid op de overzeese gebiedsdelen.
Ook tal van binnenhavens speelden in verband met het Westeuropese achterland een rol. Hoewel in het verleden vooral de handel in de havengebieden tot ontwikkeling kwam, ontstond ook al vrij snel de behoefte aan ambachtelijke en industriële verwerking van de aangevoerde produkten.In de tegenwoordige situatie ligt in Nederland het accent vooral op de zeehavens.
De gunstige ligging aan de Noordzee, een van de drukst bevaren zeeën van de wereld, en aan de mond van een aantal grote rivieren, die de zeehavens met een omvangrijk en sterk geïndustrialiseerd achterland verbinden, bracht grote ontwikkelingsmogelijkheden voor de Ned. zeehavens met zich mee. De zeehavens zijn dan ook van grote betekenis voor de nationale economie en voor de werkgelegenheid. Zeehavens zijn concentratiepunten in het goederenvervoer. Voorts bieden zij aantrekkelijke vestigingsplaatsen aan bepaalde basisindustrieën, zoals raffinaderijen en de metallurgische en (petro-)chemische industrie. In het goederenvervoer zijn de laatste jaren tal van veranderingen opgetreden, zoals de sterke groei van de scheepsgrootte (supertankers), het containervervoer, het roll-on/roll-off-vervoer en de duwvaart.
Het ruimtebeslag van zeehavens met bijbehorende industrieterreinen en infrastructurele voorzieningen is meestal aanzienlijk. De werkgelegenheid die er geboden wordt, vereist omvangrijke woongebieden.
Activiteiten die in de zeehavens plaatsvinden, kunnen allerlei vormen van milieuverontreiniging veroorzaken (luchtverontreiniging, stofoverlast, water- en bodemverontreiniging, geluidshinder), alsmede het risico van calamiteiten inhouden (produktie en vervoer van gevaarlijke stoffen, opslag olieprodukten). Zeehavenontwikkeling kan leiden tot een bedreiging van het woon- en werkklimaat of aantasting van landbouwgronden en natuur- en recreatiegebieden. De verbetering van de maritieme toegangswegen (verdieping vaargeulen en riviermonden) en de aanleg van havenbekkens kunnen de verzilting doen toenemen. Deze conflictsituaties doen zich vooral in het westen van Nederland voor (Rotterdam-Europoort, Amsterdam-IJmond, Vlissingen, Terneuzen) en in het Antwerpse havengebied.
De situering van de Eemshaven in NoordGroningen houdt een zelfde, zo niet ergere bedreiging in voor Dollard en Waddenzee. Aan het Hollandsch Diep bij Moerdijk is een ‘zeehaven’ — ver landinwaarts — tot ontwikkeling gekomen, toen ruimte gevonden moest worden voor omvangrijke (petro)chemische industrie. De voornemens van de Ned. regering met betrekking tot de zeehavenontwikkeling zijn neergelegd in het Structuurschema Zeehavens.
Zij behelzen een niet veel verdere groei in het westen des lands en een stimulering voor het noorden (Eemshaven).