Gepubliceerd op 01-12-2020

cadmium

betekenis & definitie

chemisch element (symbool: Cd), metaal dat als nevenprodukt gewonnen wordt uit zink- en loodertsen. Ca. 55 % van de produktie wordt toegepast als corrosiewerend middel op andere metalen (‘electroplating’ van ijzer, staal, koper) en 30 % in kleurstoffen voor glas en verf.

Verder wordt cadmium gebruikt in o.a. oplaadbare nikkel-cadmiumbatterijen, aluminiumsoldeer, in pvc als stabilisator, rubber banden, fluorescerende lampen en televisiebeeldbuizen. In 1980 bedroeg het gebruik in Nederland 406 t. Daarvan komt naar schatting de helft in het milieu terecht. Als verontreiniging treft men cadmium aan in uiteenlopende Produkten: zinkbevattende bestrijdingsmiddelen, motorbrandstoffen, kolen, superfosfaatkunstmest enz.De winning, verwerking, toepassingen en uiteindelijk het afvalprodukt geven aanleiding tot een wijdverbreide deels diffuse, deels lokale verontreiniging van het milieu. De gevaren daarvan worden gedemonstreerd door de reeds in 1913 gerapporteerde itai-itai-ziekte, die gekenmerkt wordt door het ontkalken van het skelet.

In 1968 werd vastgesteld dat drinkwater en irrigatiewater voor de rijstvelden dat gewonnen werd uit de Jitsoerivier, hoge concentraties cadmium bevatten ten gevolge van mijnbouwactiviteiten stroomopwaarts. Al vanaf 1913 traden vooral bij oudere vrouwen veel gewrichtspijnen en spontane fracturen op.

Bronnen van bodemverontreiniging door cadmium zijn havenslib, neergeslagen of uitgeregende luchtverontreiniging, zuiveringsslib, fosfaatmeststoffen, compost, vuilstortplaatsen, irrigatiewater en fungiciden.

Sterk verhoogde cadmiumgehalten worden gevonden rond zinksmelterijen (in Belg. Limburg te Neerpelt, in Noord-Brabant te Budel), in uiterwaarden waar verontreinigd rivierslib wordt afgezet (in 1980 kwam 120 t cadmium Nederland via de Rijn binnen) en langs autowegen (zowel autobanden als diesel- en smeerolie bevatten cadmium). Eind 1982 werden in de gemeenten Bergeijk, Budel, Leende, Luycksgestel, Maarheeze, Valkenswaard en Westerhoven verhoogde concentraties cadmium aangetroffen, die werden toegeschreven aan het oude fabricageproces van de zinkfabrieken in Budel en enkele Belg. grensgemeenten.

Cadmium wordt in de bodem, in vergelijking met andere zware metalen, niet sterk vastgelegd, en wordt daardoor relatief gemakkelijk naar en met het grondwater verplaatst en door planten opgenomen; de vastlegging gebeurt vooral aan organische stof en aan kleideeltjes. In basische gronden wordt cadmium sterker vastgelegd dan in zure gronden. Ook hierbij doet zich het probleem voor van het stellen van een norm voor het toelaatbare gehalte van een stof in de bodem: een gehalte dat in een bepaalde grondsoort toelaatbaar is, kan in een andere grondsoort onaanvaardbaar zijn.

Omdat cadmium sterk adsorbeert aan riool- en havenslib kan het gebruik ervan in de land- en tuinbouw leiden tot hoge gehaltes cadmium in de gewassen.

De opname van cadmium door de mens geschiedt vnl. via het voedsel (ingeblikt voedsel kan hoge gehaltes aan cadmium en lood bevatten bij gebruik van een slechte kwaliteit soldeer); echter ook door roken worden aanzienlijke hoeveelheden opgenomen. Opgenomen cadmium wordt langzaam uitgescheiden, de halveringstijd van cadmium in het lichaam van de mens ligt tussen 11-35 jaar; accumulatie vindt vooral plaats in de nieren en lever. De door de World Health Organization (voorlopig vastgestelde) maximaal aanvaardbare opname (1978) bedraagt 400-500 pg Cd per week voor een persoon met een gewicht van 60 kg.

< >