landelijke gebieden buiten de woonkernen. Een buitengebied omvat dus datgene wat vaak wordt aangeduid als de groene ruimte.
Het woord groen moet men hier niet te letterlijk nemen. Bedoeld worden nl. landbouwgronden, natuurgebieden, bossen, heidevelden en zandverstuivingen, de duinen en de wateren. Het buitengebied staat onder grote druk van tal van maatschappelijke activiteiten. De oppervlakte van het landelijk gebied is in de loop der tijden dan ook drastisch afgenomen vnl. als gevolg van grootschalige stedelijke uitbreidingen, havens, vliegvelden en industriegebieden. Het buitengebied is bovendien steeds meer versnipperd, oorspronkelijk door de aanleg van wegen, spoorlijnen, vaarwegen en later door de aanleg van hoogspanningsleidingen en buisleidingen. Het functioneren van natuurgebieden is daardoor in vele gevallen ernstig belemmerd.
Het buitengebied vervult ook een belangrijke rol voor de openluchtrecreatie. Hier kan de stedeling zeker in vergelijking met wat hij in de stad gewend is nog rust vinden. Hij vindt die in recreatiegebieden, in natuurgebieden en in het landschappelijk aantrekkelijke agrarische gebied. In dat laatste geval spreekt men wel van recreatief medegebruik.