Gepubliceerd op 01-12-2020

bouw- en sloopafval

betekenis & definitie

Bij het bouwen, renoveren en slopen van gebouwen en andere kunstwerken, zoals bruggen en wegen, komt afval vrij in de vorm van brokken steen en beton, betonijzer, non-ferrometalen, bitumen, asfalt, glas, zand en hout (bij sloop vaak ook nog textiel, papier en kunststoffen). In deze vorm komt in Nederland jaarlijks 3-4 mln. t metselwerk en 2-3 mln. t beton vrij.

De jaarlijkse hoeveelheid bouw- en sloopafval in België is niet bekend. In Vlaanderen schat men de hoeveelheid betonpuin op 1,2 mln. t per jaar.De Afvalstoffenwet bepaalt, dat provinciale plannen moeten worden opgesteld voor de verwijdering van bouw- en sloopafval. In de meeste gevallen wordt het gewoon gestort of voor een deel verbrand.

Op zich is dit afval betrekkelijk onschuldig en zal het afgezien van ontsiering van het landschap weinig milieuhinder veroorzaken. Toch is het zeker wenselijk — ook met het oog op de toenemende schaarste aan grondstoffen en de gevolgen van de winning van niet-schaarse grondstoffen (b.v. de ontgrondingen langs de Maas, de voorgenomen afgraving van het Plateau van Margraten) dat bouw- en sloopafval zoveel mogelijk wordt hergebruikt. De tabel geeft voorbeelden van hergebruikmogelijkheden van dergelijk afval.

Er zijn in België geen wettelijke bepalingen met betrekking tot bouw- en sloopafval. In Vlaanderen werken zeven puinbreekinstallaties, waarvan een deel van het bouw- en sloopafval wordt gebruikt bij de fundering van wegen, het verharden van parkeerplaatsen en ook voor hergebruik in beton.

Om hergebruikt te worden moet het afval zoveel mogelijk van een soort zijn, wat inhoudt dat het afval bij het slopen gescheiden moet worden: selectief slopen. Dit wordt allang gedaan bij het slopen van zeer oude gebouwen, omdat de daarbij vrijkomende oude materialen in ongeschonden staat nog (een soms grote) waarde bezitten, b.v. eiken steunbalken, antieke tegels. Het selectief slopen zou zeer vergemakkelijkt worden, als men bij het bouwen er reeds rekening mee zou houden dat het bouwwerk ooit weer eens gesloopt moet worden; d.w.z. een op het hergebruik gerichte keuze van bouwmaterialen en constructiewijzen. Bij waterbouwkundige constructies, wegen en viaducten en bij grote industriële staalconstructies wordt hiermee al steeds vaker rekening gehouden.

Litt. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Sloopmethoden en hergebruik van sloopmateriaal (1982).