Gepubliceerd op 01-12-2020

alcohol

betekenis & definitie

verzamelnaam voor een groep van organische verbindingen, o.a. methanol, ethanol, propanol, die als functionele groep een hydroxylgroep (-OH) bevatten en daardoor min of meer overeenkomen in eigenschappen. In het spraakgebruik is alcohol synoniem met ethanol (C2H5OH), een bestanddeel van alcoholische dranken.

Alcohol (zowel methanol als ethanol) is een goede brandstof voor explosiemotoren. Hij heeft een hoog octaangetal (is dus klopvast) en kan gebruikt worden bij grotere compressieverhoudingen. Met betrekkelijk kleine veranderingen, m.n. aan carburateur en brandstofinspuiting, kan de motor gebruikt worden voor zuivere alcohol. Nog minder wijzigingen zijn nodig om een motor op een mengsel van benzine en alcohol (→ gasohol) te laten lopen, TNO heeft een apparaat ontwikkeld waarmee een motor kan lopen op benzine of alcohol of een mengsel van beide in elke verhouding. Voordelen van alcohol als brandstof zijn naast financiële vooral de geringe luchtverontreiniging (geen antiklopmiddel toegevoegd). Nadelen zijn de problemen bij een koude start (m.n. bij gebruik van zuivere alcohol) en het feit dat er meer van meegevoerd moet worden omdat alcohol een kleinere energiedichtheid heeft dan benzine (slechts de helft).Bij grootschalig gebruik van alcohol als motorbrandstof moeten er nieuwe bronnen voor de bereiding van alcohol ontwikkeld worden. Nu wordt de meeste alcohol synthetisch gemaakt uit etheen, dat wordt gewonnen uit aardolie. Een groot potentieel voor de bereiding van alcohol is gelegen in de biomassa. Zo kan door fermentatie uit plantaardige suiker ethanol worden gewonnen; deze bron is m.n. in de vochtige tropen (suikerriet) van belang. Ook kan uit cellulose methanol worden gemaakt (mogelijk kan stadsafval voor een belangrijk deel de behoefte dekken). Een belangrijk bezwaar hierbij is dat landbouwgronden die voor de winning van alcohol worden gebruikt geen voedsel meer opleveren.

Ook worden o.a. in Brazilië grote stukken tropisch regenwoud opgeofferd voor de suikerrietteelt. De toepassing van alcohol als motorbrandstof heeft m.n. in Brazilië al een grote vlucht genomen. Er rijden daar ca. 350 000 auto’s op pure alcohol, terwijl de benzine altijd vermengd is met 20 % alcohol.

Het consumptieve alcoholgebruik is sinds de jaren vijftig in vrijwel geheel Europa en Noord-Amerika toegenomen.

Frankrijk vormt een uitzondering als gevolg van een dalend verbruik in wijn, dat echter gepaard gaat met een toenemend gebruik van bier en gedistilleerd. Vergeleken bij andere landen is de stijging van het gebruik in Nederland opvallend groot. Sinds 1952, het jaar waarin het CBS het laagste gebruikscijfer sinds het jaar 1875 aangaf, is het totale alcoholverbruik per hoofd tot meer dan het vijfvoudige gestegen.

Enkele factoren die tot stijging van het alcoholgebruik hebben bijgedragen zijn de toegenomen welvaart (stijging van de reële inkomens); de relatieve daling van de prijzen van alcoholhoudende dranken, vnl. door het achterwege blijven van een inflatiecorrectie op de accijnzen en de gewijzigde drinkgewoonten. De verschillen in drinkgedrag tussen mannen en vrouwen zijn kleiner geworden en het alcoholgebruik begint op jeugdiger leeftijd. Aangetoond is dat het aantal excessieve drinkers (personen die meer alcohol drinken dan gebruikelijk geacht wordt) en het aantal echte alcoholisten in een bevolking nauw samenhangen met het gemiddelde alcoholverbruik per hoofd, ongeacht of dit plaatsvindt in de vorm van gedistilleerd, bier of wijn. Het aantal excessieve drinkers is in 1977 voor Nederland becijferd op ca. 4.5 % van de totale bevolking, het aantal alcoholisten op ruim 2 %.

alcohol. De gemiddelde opbrengst aan alcohol van enkele plantaardige uitgangsmaterialen.

uitgangsmateriaal alcoholopbrengst alcoholopbrengst liter/ton liter/hectare tarwe 322 308 maïs 318 830 ruwe rijst 301 612 gerst 300 444 rogge 298 222 yamswortel 103 879 aardappel 84 1664 suikerbiet 84 2800 suikerriet 57 4440 België is het land met het derde hoogste alcoholverbruik in Europa, na Frankrijk en West-Duitsland. In België zijn er ca. 250 000 alcoholisten, wat neerkomt op ca. 2.5 % van de bevolking. Het verbruik van alcoholhoudende dranken ligt in België iets hoger dan in Nederland: het verbruik van bier en wijn is er bijna het dubbele van dat in Nederland, maar daar worden meer gedistilleerde dranken genuttigd.

De gevolgen van het gestegen alcoholgebruik weerspiegelen zich in een toename van het aantal op overmatig alcoholgebruik wijzende ziektegevallen, zoals levercirrose, alcoholische polyneuritis (vitamine Brtekort), syndroom van Korsakov (inprentingsstoornissen, het vertellen van fantastische verhalen om geheugenstoornissen te verbergen), syndroom van Wernicke (ernstig vitamine B,-gebrek), alcoholencefalopathie (dementie) en alcoholepilepsie. Er is vanuit de mens- en de gedragswetenschappen een toenemende tendens om excessief alcoholgebruik, evenals druggebruik, te beschouwen als een vorm van afwijkend gedrag, veroorzaakt door o.a. stoornissen in de intermenselijke relaties. Bij deze zienswijze past uiteraard een andere therapeutische aanpak dan de medisch-sociale benadering, waarop de consultatiebureaus voor alcoholisme zich in het algemeen richten.

In Nederland zijn er ca. 20 Consultatiebureaus voor Alcohol en Drugs, die te zamen in 1978 meer dan 15 000 alcoholverslaafden opvingen. Groeiende alcoholprobleemgebieden zijn de bierdrinkende jeugd, de sherrydrinkende huisvrouw, de roeszoekende werkloze, de vereenzaamde flatbewoner en bejaarde.

In België zijn er ca. 70 Consultatiebureaus, waarvan zes specifiek voor alcohol en drugs.