Gepubliceerd op 29-06-2020

onschendbaarheid

betekenis & definitie

In constitutionele monarchieën als de Nederlandse is de Koning onschendbaar en zijn de ministers verantwoordelijk voor de gedragingen en het nalaten van de Koning. Artikel 42 van de Grondwet verklaart: De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk.

Artikel 2 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden bevat een vrijwel identieke bepaling. De onschendbaarheid van de Koning en de verantwoordelijkheid van de minister komen tot uiting in het zogenaamde contraseign van wetten; de Koning verleent daarmee zijn onschendbaar gezag aan de wet, terwijl de minister uitdrukking geeft aan zijn verantwoordelijkheid. Ook in het ‘geheim van het paleis’ komt de onschendbaarheid van de Koning tot uiting; persoonlijke opvattingen die de Koning tijdens overleg met de bewindslieden naar voren brengt, blijven op grond van die ongeschreven regel geheim, zodat de Koning niet persoonlijk op zijn standpunten kan worden aangesproken.De onschendbaarheid van de Koning de Britten zeggen wel: ‘the King can do no wrong’ houdt in dat de Koning niet in rechtsgedingen kan worden betrokken.

Hij kan niet worden vervolgd, gestraft of aan andere sancties worden onderworpen. Wanneer de Koning burgerrechtelijk als eiser of verzoeker optreedt, gebeurt dit niet door hemzelf maar door een door hem aangewezen gemachtigde (artikel 77 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

De onschendbaarheid van de Koning betekent politiek gezien dat hij niet ter verantwoording kan worden geroepen voor het politiek handelen van de regering en ook niet voor zijn eigen handelen. De Koning maakt geen deel uit van de ministerraad, waar de politieke besluitvorming over het regeringsbeleid plaatsvindt. Wanneer het handelen van de Koning zelf in het geding is, wordt doorgaans de minister-president als eerste politiek verantwoordelijke ter verantwoording geroepen door het parlement. In de Nederlandse politieke cultuur is het gebruikelijk dat de ministeriële verantwoordelijkheid zich ook uitstrekt tot de andere leden van het Koninklijk Huis, omdat zij bij het uitoefenen van de koninklijke functie betrokken kunnen zijn of raken. Deze leden zijn echter niet onschendbaar. Wanneer hun handelen het openbaar belang raakt, gaat echter wel de ministeriële verantwoordelijkheid gelden. Daarbij geldt: hoe dichter bij de troon, des te eerder speelt de ministeriële verantwoordelijkheid een rol.

Juridisch gezien bestaat de onschendbaarheid van de Koning alleen op grond van nationaal recht. Krachtens internationaal recht kan de Koning wegens bepaalde misdrijven wel worden berecht door het Internationaal Strafhok Diplomatieke onschendbaarheid voor de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis geldt met name wanneer zij op officieel bezoek of staatsbezoek in het buitenland zijn. Ook leden van het gevolg hebben een diplomatiek paspoort.

Zie ook constitutionele monarchie > geheim van het paleis > Grondwet > ministeriële verantwoordelijkheid.