Gepubliceerd op 29-06-2020

constitutionele monarchie

betekenis & definitie

Een staat met een erfelijk staatshoofd (bijvoorbeeld een keizer, koning, groothertog) wordt aangemerkt als een monarchie. Het is gebruikelijk monarchieën te onderscheiden in absolute en constitutionele monarchieën.

In een absolute monarchie berusten alle overheidsbevoegdheden bij de monarch of zijn deze van hem afgeleid. In een constitutionele monarchie verdeelt een al dan niet geschreven constitutie de overheidsbevoegdheden over de Koning en andere ambten, zoals ministers, een parlement en rechterlijke instellingen. Veelal geschiedt dit in hoofdlijnen volgens het principe van de scheiding van de machten. In de westerse wereld zijn alle monarchieën constitutionele monarchieën, ook die welke geen geschreven Grondwet hebben, zoals het Verenigd Koninkrijk. Daar berust het constitutionele karakter van de staat op een samenstel van wetten, jurisprudentie, ongeschreven recht en zogeheten ‘conventions of the constitution’. Nederland was gedurende een korte periode na 1806 een constitutionele monarchie onder koning Lodewijk van Holland. Sinds de aanvaarding van de Grondwet van 1814 is Nederland een constitutionele monarchie gebleven.