Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

denken

betekenis & definitie

(‘denkən) (dacht, heeft gedacht)

1. geestesarbeid verrichten om te begrijpen, te oordelen enz. : is vermoeiend; iemand -d → aankijken; logisch -; over een vraag zitten -; het -d deel der mensheid. Syn. → bedenken.
2. voor waar houden : dat denk ik. Syn. → achten.
3. zich voor de geest roepen : aan zijn vriend, zijn toekomst -.

Gez. aan iemand -, hem in aanmerking doen komen; aan iets nog niet -, nog niet op de gedachte gekomen zijn om het te doen; die deed mij aan een aap, die geleek op een aap in mijn ogen; er is, valt niet aan te -, er kan geen sprake van zijn.

4. in de herinnering houden, niet vergeten : denk eens om die boodschap.
5. bedacht zijn : denk er om. struikel niet.
6. menen : je hebt het mis, zou ik -; dat dacht ik zo bij mijzelf; wat er van te -? hoe denk jij er over?
7. vermoeden : dat had ik nooit van hem gedacht.
8. zich voorstellen : dat kan ik me niet -; denk eens of ereis aan.
9. van plan, voornemens zijn : ik denk er aan dit jaar op reis te gaan.
10. bewust zijn : ik deed het zonder er bij te-.
11. zich -, zich houden voor : hij dacht zich reeds wijs.