(bə'denkən) (bedacht, heeft bedacht)
I.
1.er over denken : u moet dat...; dat geeft veel te -. → doen. Syn. bepeinzen, bezinnen, denken, doordenken, nadenken, overdenken, overleggen, overpeinzen, overwegen, peinzen, zinnen.
2. door nadenken iets nieuws voortbrengen : een middel om; een raadsel -. Syn. uitdenken, verdichten, verzinnen.
3. begiftigen: iemand in zijn toestand -.
II. z i c h -
1. over iets denken : bedenk u eerst.
2. na overdenking van besluit veranderen : hij heeft zich toch bedacht. Syn. aarzelen, beraden (zich), overwegen.
bedenker m. (-s).