Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 29-06-2020

bil

betekenis & definitie

v. (-len; -letje) [~ bal]

1. Eig helft van het achterste van een mens of dier : de van een →: paard; het kind kreeg op, voor zijn -len, slaag op zijn achterste; wie zijn -len brandt, moet op de blaren zitten, wie iets verkeerds doet, moet er de gevolgen van dragen.
2. Metf. achterdeel van de romp van een schip, ter hoogte van de waterspiegel.

< >