(di:r) o. (-en; -tje) levend wezen, begaafd met bewustzijn en willekeurige beweging : de redeloze, stomme -en; een doden, slachten; een vangen, opzetten. Syn. → beest.
Enc. Van de toestand van een eenvoudige cel, doorloopt het dier een aantal gedaanteverwisselingen, totdat het volwassen is. Langzamerhand ontwikkelen zich uit de cel, die oorspronkelijk alle funkties waarneemt, afzonderlijke organen o. a. voor de ademhaling (longen), voor de zintuigen en de voortplanting, zodat het dierelichaam, althans bij de zoogdieren, in hoofdzaak met het menselijk lichaam overeenkomt. Alleen heeft het dier geen opgerichte gang, maar loopt op voor- en achterpoten. Gelijk bij het individu, ziet men ook in het gehele dierenrijk, een geleidelijke ontwikkeling naar hogere volkomenheid. En zo is men ertoe gekomen het → dierenrijk te verdelen in 7 hoofdstammen, van de Eencelligen af, tot de hoogst ontwikkelde Gewervelde dieren.
Een hoofdstam wordt verdeeld in klassen; een klasse omvat een aantal groepen of orden, die bestaan uit een of meer familiën. Een familie bestaat uit geslachten, een geslacht uit soorten, een soort uit individuen. De leeuw (soort) b. v. behoort tot het geslacht Kat, en dit tot de Katachtigen. De Katachtigen zijn een familie der Roofdieren. deze een orde der Zoogdieren, die een klasse van de hoofdstam der Gewervelde dieren vormen. De dieren leven in de lucht, op de aarde, onder de grond, in zee- of zoetwater, of wel als parasieten in andere dieren, op of in de mens. De meeste dieren leven afzonderlijk, vele in kudden, enige in kolonies (koraal) of staatsvorm (mieren).
Zij verschaffen de mens : vlees, vet, huiden, olie, kalk, lijm, gelatine, mest enz. Sommige dieren leven zeer lang. Er zijn 400 000 verschillende soorten van dieren, waaronder 280 000 insekten, 12 000 vissen, 10 000 vogels, 10 000 weekdieren, 8 000 schaaldieren, 2 500 kruipende dieren, 2 000 zoogdieren, 1 500 spinachtigen, 1 200 tweeslachtige dieren. De tien verstandigste dieren zijn, volgens de direkteur van de dierentuin te New York, de volgende : chimpansee, orang-oetang, olifant, gorilla, hond, bever, paard, zeeleeuw, beer, kat.