voornaame Edelen in Holland, doch afkomstig uit de voorgemelde Zutphensche BRONKHORSTEN, en voor veele eeuwen in Holland bekend. GIJSBERT VAN BRONKHORST kwam, in het jaar 1359, ten dienste van Hertog ALBERT VAN REIJEREN, toen Ruward van Holland en Zeeland, in ’t beleg van Delft; hij was de broeder van DIRK VAN BRONKHORST tot Anholt, die ter vrouwe had JENNE, erfdochter van GERARD, Heer van Batenburg. Heer GIJSBERT had ter vrouwe JOHANNA VAN VOORN, dochter van Heer JAN VAN VOORN.
Zijn zoons zoon, JACOB VAN BRONKHORST genaamd, gehuwd met MACHTELD VAN DER MADE, heeft, bij opene brieven, van den volgenden inhoud, zijne afkomst bevestigd.
Wy Otto, Heer tho Bronkhorst, end tho Burkulo, doen kond allen luden, end bekennen myt desen onssen openen brieven, dat wy vermits gueden wytlustige scriften ind oircunden van gueden geloeflyke tugen wael vernomen und verstaen hebben, kundlick vernemen und verstaen, alsoo dat Jacob Jacobsoen, Philips Willemssoen ind Dirk Claassoen, van oire vaders allerwegen van ons stamme van Bronkhorst geboeren ind kergecoemen syn, daer up wi ons uit gantsche vlyt doen bevragen, ind dat so kundlich doen bevynden hebben. En de want wy anders uyt weeen noch vernoemen, dan, dat deselve Jacob Philips en Dirk voorsz. alzo van ons herkomen syn, duncken ind willen synde daerum halven voir unse lieve magen ind neven van Bronkhorst gecomen te syn, als sigh dat gesciet sonder enigh argelist: Oirconde onses zeghels hyr angehangen in den jare ons Heren. 1446 des Saterdags op den H. Pauli avond.
De afstammelingen zijn op de hier bijgevoegde Geslachttafel gemeld (zie de originele tekst op dpnl. org. Jacobus Kok deel 33 na blz. 1092), waaruit ook blijkt, dat de Edelen VAN BRONKHORST, in Holland, aan de voornaamste familiën vermaagschapt zijn, als aan ZUTPHEN, VOORN, VAN DER MADE, MOERMONT, RUIGROK, VAN DER WERVE, WASSENAAR, DUIVENVOORDEN, WARMOND, WOERDEN, VAN DER VLIET, SCHAGEN, POELGEEST, MATHENESSE, AARSCHOT, AMSTEL, SCHOONHOVEN uit Brabrand, BEIJAARD uit Vlaanderen, NASSAU, VAN GONROIJ, WARFUSE uit Artois, ESPELBAG boven Keulen, RUITENBERG UIT OVERIJSSEL, DORP, ’T SERCLAAS, BONGAARD, BOURGONJE, RUMPH, SONNEVELT, HEERJANSDAM, CULENBURG, MULARD, TAATS VAN AMERONGEN, LANNOIJ, CASEMBROOD en meer
anderen. In een oude lijst van de voornaame Heeren, Edelen van Vasallen, in Holland, die men gewoon was, van oude tijden af, te beschrijven, of niet te beschrijven ter dagvaart, wordt onder de niet beschrevene genoemd, GIJSBERT, Heer van Schoorl. Wie deze niet beschreevene Heer GIJSBERT VAN BRONKHORST geweest zij, is nog niet beweezen, zo min als waarom hij niet beschreeven werd. Ondertusschen mogen wij aanmerken, dat het Voorheen een oud gebruik, ja zelfs een recht was, niemand ter vergaderinge van de Staaten van Holland, uit het eerste Lid, zijnde dat der Edelen, te beschrijven, dan Edelen van den ouden adelijken Hollandschen stam, bezittende Heerlijkheden in Holland en Westfriesland; of wel andere Edelen van oud adelijke geslachten, bezittende Heerlijkheden door erfenisse van oud adelijke Hollandsche familiën, van dezelve in den bloede afkomstig. Wien een van deze vereischten ontbrak, werd geacht, de waardigheid, om beschreeven te kunnen worden, niet te hebben. Of nu dit aan hem ontbroken hebbe, is mij onbekend.