- inblikken
- inboeken
- inboeten
- inboezemen
- inboren
- inboteren
- inbouwen
- inbranden
- inbreiden
- inbreien
- inbreken
- inbrengen
- inbuigen
- inbuizen
- inbundelen
- inburgeren
- inbusselen
- incalculeren
- incarneren
- incasseren
- inchecken
- inchippen
- inclineren
- incorporeren
- incrimineren
- incuberen
- indagen
- indalen
- indammen
- indampen
- indekken
- indelen
- indenken
- indeuken
- indexeren
- indienen
- indijken
- indikken
- individualiseren
- indoctrineren
- indommelen
- indompelen
- indopen
- indosseren
- indraaien
- indragen
- indrammen
- indringen
- indrinken
- indrogen
- indruisen
- indrukken
- indrummen
- indruppelen
- induceren
- induffelen
- indutten
- induwen
- ineenduiken
- ineenflansen
- ineengrijpen
- ineenknutselen
- ineenkrimpen
- ineenlopen
- ineenschrompelen
- ineenschuiven
- ineenslaan
- ineensteken
- ineenstorten
- ineenstrengelen
- ineenstuiken
- ineenvlechten
- ineenvloeien
- ineenvouwen
- ineenzakken
- ineenzetten
- ineenzijgen
- ineenzitten
- inenten
- inertiseren
- infantiliseren
- infecteren
- influisteren
- informatiseren
- informeren
- infrezen
- infunderen
- infuseren
- ingaan
- ingeven
- ingieten
- ingipsen
- inglijden
- inglippen
- ingooien
- ingraven
- ingraveren
- ingriffen
- ingrijpen
- ingroeien