Werkwoorden vervoegen
informeren
Tegenwoordige tijd informeren
Ik informeer
Jij informeert
informeer jij?
U informeert
Hij/Zij/Het informeert
Wij informeren
Jullie informeren
Zij informeren
Verleden tijd van informeren
Ik informeerde
Jij/U informeerde
Hij/Zij/Het informeerde
Wij informeerden
Jullie informeerden
Zij informeerden
Voltooid deelwoord van informeren
geïnformeerd
Tegenwoordig deelwoord van informeren
informerend