Werkwoorden vervoegen
indexeren
Tegenwoordige tijd indexeren
Ik indexeer
Jij indexeert
indexeer jij?
U indexeert
Hij/Zij/Het indexeert
Wij indexeren
Jullie indexeren
Zij indexeren
Verleden tijd van indexeren
Ik indexeerde
Jij/U indexeerde
Hij/Zij/Het indexeerde
Wij indexeerden
Jullie indexeerden
Zij indexeerden
Voltooid deelwoord van indexeren
geïndexeerd
Tegenwoordig deelwoord van indexeren
indexerend