Werkwoorden vervoegen
ingooien
Tegenwoordige tijd ingooien
Ik gooi in
Jij gooit in
gooi jij in?
U gooit in
Hij/Zij/Het gooit in
Wij gooien in
Jullie gooien in
Zij gooien in
Verleden tijd van ingooien
Ik gooide in
Jij/U gooide in
Hij/Zij/Het gooide in
Wij gooiden in
Jullie gooiden in
Zij gooiden in
Voltooid deelwoord van ingooien
ingegooid
Tegenwoordig deelwoord van ingooien
ingooiend