Werkwoorden vervoegen
informatiseren
Tegenwoordige tijd informatiseren
Ik informatiseer
Jij informatiseert
informatiseer jij?
U informatiseert
Hij/Zij/Het informatiseert
Wij informatiseren
Jullie informatiseren
Zij informatiseren
Verleden tijd van informatiseren
Ik informatiseerde
Jij/U informatiseerde
Hij/Zij/Het informatiseerde
Wij informatiseerden
Jullie informatiseerden
Zij informatiseerden
Voltooid deelwoord van informatiseren
geïnformatiseerd
Tegenwoordig deelwoord van informatiseren
informatiserend