Werkwoorden vervoegen
incorporeren
Tegenwoordige tijd incorporeren
Ik incorporeer
Jij incorporeert
incorporeer jij?
U incorporeert
Hij/Zij/Het incorporeert
Wij incorporeren
Jullie incorporeren
Zij incorporeren
Verleden tijd van incorporeren
Ik incorporeerde
Jij/U incorporeerde
Hij/Zij/Het incorporeerde
Wij incorporeerden
Jullie incorporeerden
Zij incorporeerden
Voltooid deelwoord van incorporeren
geïncorporeerd
Tegenwoordig deelwoord van incorporeren
incorporerend