Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie O
- ommestaand
- ommetje
- ommezien (omzien)
- ommezijde (ommezij)
- omnibus
- omnipotent
- omnium
- omniumverzekering
- omnivoor
- Omo
- Omoeta
- omofagie
- ompakken
- ompalen
- ompaling
- omploegen
- ompoling
- ompraten
- Ompteda, Georg, Freiherr von
- omra (oemra)
- omrasteren
- omrastering
- Omre, Arthur
- omreizen
- omrekenen
- Omri
- omrijden
- omringen
- omroep
- omroepbestel
- omroepbijdrage
- omroepen
- omroeper
- omroepgids
- omroepinstallatie
- omroeporganisatie (omroeporganizatie)
- Omroepraad
- Omroepwet
- omroeren
- omrollen
- omschakelaar
- omschakelen
- omschansen
- omscheppen (herscheppen)
- omscheppen (overscheppen)
- omschieten
- omscholen
- omscholing
- omschrift
- omschrijven
- omschrijving
- omschudden
- omsingelen
- omsingeling
- Omsk
- omslaan
- omslachtig
- omslag
- omslagbelasting
- omslagboor
- omslagdoek
- omslagpunt
- omslagstelsel
- omslagverhaal
- omslingeren (omgeven)
- omslingeren (omwerpen)
- omsluieren
- omsluiten
- omsluiting
- omsmeden
- omsmelten
- omspannen (verwisselen)
- omspannen (omvatten)
- omspelden
- omspelen (voetbal)
- omspelen (biljart)
- omspinnen
- omspitten
- omspoelen (spoel)
- omspoelen (omgeven)
- omspoelen (water)
- omspringen
- omstaand (ommestaand)
- omstander
- omstandig
- omstandigheid
- omsteekster
- omsteken
- omstorten (omgeven)
- omstorten (omstoten)
- omstoten
- omstreden
- omstreek
- omstreeks
- omstrengelen
- omstulpen
- omstuwen
- omtogen
- omtollen
- omtoveren