(schoot om, heeft en is omgeschoten),
1. doen omvallen door ertegenaan te schieten: na een langdurig kanonvuur heeft men eindelijk de muren omgeschoten; 2. plotseling en haastig om iets heen komen: wat komt hij daar onbesuisd de hoek -.
3. (van de wind) plotseling van richting veranderen.