Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

omroepbijdrage

betekenis & definitie

v./m. (-n), luisteren kijkgeld, geldelijke bijdrage voor de financiering van de omroep.

(e) In Nederland wordt de omroepbijdrage geheven krachtens de wet van 20.12.1968, die de Wet op het Kijkgeld en de Luistergeldbeschikking verving. De bijdrage is verschuldigd als er een radioen/of televisietoestel aanwezig is. De omroepbijdrage voor een televisietoestel (met een radiotoestel) bedraagt sinds 1978 f120,-. Indien alleen een radiotoestel aanwezig is bedraagt de bijdrage f36,-. Voor mindervaliden en onvermogenden is vrijstelling mogelijk. De heffing en inning is in handen van de PTT.

In België worden de omroepbijdragen geïnd door de Dienst Kijken Luistergeld. Om aan het ‘zwart-kijken’ een einde te maken, wordt sinds 1.1.1978 per woning een vergunning voor radiotoestellen en een voor televisietoestellen verstrekt, ongeacht het aantal apparaten.

< >