Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie Z
- Zuidhollands
- zuidkant
- zuidkust
- zuidoost
- zuidoostelijk
- zuidoosten
- zuidoostenwind
- zuidpool
- zuidpoolcirkel
- zuidpoolexpeditie v. zuidpoolexpedities, zuidpoolexpeditiën (expeditie tot onderzoek van de landen om de Zuidpool)
- zuidpoolgebied
- zuidpoollanden
- zuidpoollicht
- zuidvrucht
- zuidwaarts
- zuidwest 1 bw. (juist midden tussen het Z. en W., 45° ten Z. v. h. westpunt)
- zuidwestelijk
- zuidwester
- Zuidzee
- Zuidzee-eiland
- Zuidzeetraan
- Zuidzeevaarder
- zuidzijde
- zuien
- zuigbuis
- zuigdot
- zuigeling
- zuigen
- zuiger
- zuigerklep
- zuigerstang
- zuigfles
- zuiging
- zuigkalf
- zuigklep
- zuigkracht
- zuiglam
- zuigleer
- zuignapje
- zuigpijp
- zuigpomp
- zuigsnavel
- zuigvissen m. mv. (vissengeslacht met een zuigplaat op de kop in niet te warme zeeën; Lat. echeneis ramora); ook, s c h e e p s z u i g e r
- zuigwormen
- zuil
- zuilengang
- zuilenrij v. zuilenrijen (zuilenreeks)
- zuimen
- zuinig
- zuinigheid
- zuinigje
- zuinigjes
- zuip
- zuipen
- zuiplap
- zuivel
- zuivelbereiding
- zuivelblok
- zuivelboer m. zuivelboeren (boter- en kaasboer)
- zuivelbond
- zuivelcongres
- zuivelconsulent
- zuivelfabriek
- zuivelschool
- zuiver
- zuiveraar
- zuiveren
- zuiverheid
- zuivering
- zuiveringseed
- zuiveringszout
- zul(le)
- zulk
- zulks
- zullen
- zullie
- zult
- zulte
- zulten
- zultspek
- zundgat
- zuren
- zurig
- zurigheid
- zuring
- zuringzout
- zus
- zuster
- zustergemeente
- zusterhuis
- zusterlijk
- zusteroverste
- zusterpaar
- zusterschap
- zusterschool
- zustersdochter
- zustervereniging
- Zutfen
- Zutfens
- zuur