Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie Z
- z
- z. a
- z. b. b. h. h
- Z. D
- Z. D. H
- Z. E
- Z. Em
- Z. Exc
- z. g
- Z. H
- Z. H. E
- Z. H. E. G
- Z. H. G
- z. h. s
- z. i
- z. k
- Z. K. H
- Z. K. K. H
- Z. K. K. M
- Z. K. M
- Z. M
- z. o. z
- Z. of z
- z. p
- z. z. g. g
- Z.-O. of z.-o
- Z.-W. of z.-w
- Z.-Z.-O. of z.-z.-o
- Z.-Z.-W. of z.-z.-w
- Z.B. of Z.Br
- z.g. of z.g.n
- zaad
- zaadhandelaar
- zaadhuisje
- zaadlob
- zaadpacht
- zaadschelf
- zaadzolder
- zaag
- zaagbek
- zaagblad
- zaagbok
- zaagmachine
- zaagmeel
- zaagmolen
- zaagmolm
- zaagmul
- zaagoester
- zaagsel
- zaagstoel
- zaagtand
- zaagvijl
- zaagvis
- zaagwespen
- zaaien
- zaaier
- zaaigoed
- zaaigraan
- zaaiing
- zaaikoren
- zaailand
- zaailing
- zaaipadie
- zaaisel
- zaaivoren
- zaaizaad
- zaak
- zaakbezorger
- zaakgeheugen
- zaakgelastigde
- zaakkennis
- zaakregister
- zaakrijk
- zaakwaarnemer
- zaal
- zaalhuur
- zaalknecht
- zaan
- Zaankant, Zaanstreek
- Zaankanter
- zaankom
- zabbelen
- zabberaar
- zabberdoek
- zabberen
- zacht
- zachtaardig
- zachtheid
- zachtjes, zachtkens
- zachtjesaan, zachtkensaan
- zachtmoedig
- zachts
- zachtsoldeer
- zachtzinnig
- zadel
- zadelboog
- zadeldek
- zadelen
- zadelgewricht
- zadelkleed
