Gepubliceerd op 11-11-2021

zuil

betekenis & definitie

I. v. zuilen, zuiltje (1 kolom, meestal ronde pijler of pilaar van hout of steen; standaard; 2 persoon of zaak, die ter ondersteuning dient):

1 de delen van een zuil heten: bovendeel (kornis, fries, architraaf, kapiteel), kolom of schacht, pedestal of voetstuk; Jonische zuilen (met diepere groeven); Corinthische (met groeven, die naar boven in bladvormen overgaan); Dorische (ondiepe groeven, zonder voetstuk); een beeld op een zuil; de zuilen van Hercules, de zeeëngte bij Gibraltar;
2 de zuilen van de troon.

II. m. (Z.-N. sluimer).

< >