Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie S
- stroperij
- stropers
- strophe
- strophisch
- stropop
- stroppen
- strosnijder
- strossen
- strot
- strotklep
- strottenhoofd
- strovlechten
- strovlechtster
- strovuur
- strowis
- strozak
- strubbeling
- structuur
- struggle for life
- struif
- struik
- struikachtig
- struikelaar
- struikelblok
- struikelen
- struiken
- struikgewas
- struikhei
- struikroos
- struikrover
- struikroverij
- struis
- struisgras
- struismees
- struisriet
- struisveer
- struisvogel
- struisvogelmaag
- struisvogelpolitiek
- strumpel
- struweel
- strychnine
- stuc
- stucmarmer
- stud
- studeerkamer
- studeerlamp
- student
- studentenalmanak
- studentencorps
- studentenhaver
- studentenpartij
- studentenpet
- studententafel
- studentikoos
- studentin
- studeren
- studie
- studie-uurtje
- studiebeurs
- studieboek
- studiegeest
- studiejaar
- studiekop
- studiekosten
- studietijd
- studieus
- studio
- studiosus
- stuf
- stug
- stugheid
- stuifaarde
- stuifbrand
- stuifdijk
- stuiflawine
- stuifmeel
- stuifwol
- stuifzand
- stuifzwammen
- stuik
- stuiken
- stuiker
- stuikmand
- stuip
- stuipachtig
- stuipen
- stuiptrekken
- stuiptrekking
- stuit
- stuitbeen
- stuiten
- stuitend
- stuiteren
- stuiting
- stuitwind
- stuiveling
- stuiven
- stuiver
- stuiverpostzegel