Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie S
- sublimatie
- sublimeren
- sublimiteit
- sublunarisch
- submissie
- subordinatie
- subrogatie
- subsidiair
- subsidie
- subsidiëren
- substantie
- substantieel
- substantief
- substantiveren
- substantivisch
- substitueren
- substitutie
- substituut
- substituut-griffier
- substituut-officier
- substraat
- subtiel
- subtiliteit
- subtropisch
- succederen
- succes
- successie
- successiebelasting
- successief
- successieoorlog
- successierecht
- successievelijk
- succulenten
- succursale
- sudde
- sudderen
- sueren
- Suez-kanaal
- suf
- suffen
- suffer, sufferd
- suffig
- suffisant
- suffix
- suffocatie
- suffragaan
- suffragaan-bisschop
- suffrage
- suffragette
- suggereren
- suggestie
- suggestief
- suiker
- suikeraccijns
- suikerachtig
- suikeramandel
- suikerbakker
- suikerbelasting
- suikerbeurs
- suikerbiet
- suikerbol
- suikerboon
- suikerbrood
- suikercampagne
- suikercultuur
- suikerdot
- suikeren
- suikererwt
- suikerfabriek
- suikerfonds
- suikergast
- suikergoed
- suikerhoek
- suikerig
- suikerij
- suikerjaar
- suikerjannetje
- suikerkristallen
- suikerlord
- suikermarkt
- suikermuisje
- suikeroom
- suikerpan
- suikerpeen
- suikerpeer
- suikerplantage
- suikerplanter
- suikerpot
- suikerraffinaderij
- suikerrasp
- suikerriet
- suikerstrooier
- suikertang
- suikertante
- suikerwater
- suikerwerk
- suikerwet
- suikerziekte
- suikerzoet
- suilen
