Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie O
- over
- over en weer
- over-all
- Over-Betuwe
- overal
- overaltegenwoordig
- overbekend
- overbevolking
- overbevolkt
- overblijfsel
- overblijven
- overbluffen
- overbodig
- overboefen
- overboeken
- overboord
- overbrengen
- overbrenger
- overbrenging
- overbrieven
- overbruggen
- overbuur
- overcompleet
- overdaad
- overdadig
- overdek
- overdekken
- overdenken
- overdoen
- overdonderen
- overdood
- overdracht
- overdrachtelijk
- overdragen
- overdrijven
- overdruk
- overdrukken
- overduidelijk
- overduivelen
- overdwars
- overeen
- overeenbrengen
- overeenkomen
- overeenkomst
- overeenkomstig
- overeenstemmen
- overeind
- overendweer
- overerfelijk
- overerven
- overfrak
- overgaaf
- overgaan
- overgaar
- overgang
- overgangsbepaling
- overgangsexamen
- overgangstijd
- overgankelijk
- overgave
- overgegeven
- overgelukkig
- overgeven
- overgeving
- overgevoelig
- overgewicht
- overgieten
- overgisteren
- overgordijn
- overgrootmoeder
- overhaal
- overhaalschuit
- overhaast
- overhaasten
- overhalen
- overhand, (de)
- overhandigen
- overhands
- overhebben
- overheen
- overheer
- overheerlijk
- overheersen
- overheet
- overheid
- overheidsambt
- overhellen
- overhemd
- overheren
- overhoeks
- overhoop
- overhoopgooien
- overhoopwerpen
- overhoren
- overhouden
- overhouder
- overhuiven
- overig
- overigens
- overijlen, zich
