Gepubliceerd op 11-11-2021

overhand, (de)

betekenis & definitie

1 v. (de meeste macht): de overhand hebben op den vijand, in de meerderheid zijn, het winnen; die mening heeft thans de overhand,

is de heersende; steeds met bepaalde w.w.: de overhand krijgen, nemen, bekomen;

2 bw. (Z.-N. beurtelings).

< >