Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie B
- bosyaws
- bot
- bot vangen
- botanicus
- botanie
- botanisch
- botanische naam
- botanische nomenclatuur
- botanische roos
- botanische tuin
- botanist
- botblessure
- botbreuk
- botenfile
- boter
- boter aan de galg
- boter bij de vis
- boter klaren
- boter op zijn hoofd hebben
- boter wassen
- boter-kaas-en-eieren
- boterbloem
- boterham
- boterkoek
- botermelk
- botertje
- botertje aan de boom
- botertje boven
- botertje tot de boom
- botervis
- botnet
- botoxtandarts
- botter
- botterik
- bottine
- bottleneck
- botvink
- boudoir
- bougainville
- bouillabaisse
- bouillon
- boulanger
- boulevardjournalistiek
- boulevardkrant
- bourgognewijn
- Bourgondische
- Bourgondische pap
- bourree
- bouvier
- bouw-cao
- bouwbij
- bouwer
- bouwheer
- bouwmeester
- bouwmogelijkheid
- bouwperiode
- bouwpromotor
- bouwtijd
- bouwtoelating
- bouwvak
- bouwvakantie
- bouwvakker
- bouwvakkersdecolleté
- bouwvakkerslook
- bouwvakvakantie
- bouwverbod
- bouwverlof
- bouwwerk
- boven aan de agenda komen
- boven aan de agenda staan
- boven pari
- bovenaan op de lijst van prioriteiten staan
- bovenbeenblessure
- bovenbouwdocent
- bovenbouwleraar
- bovengevel
- bovengistend bier
- bovenhuis
- bovenlands
- bovenlichaam
- bovenlijf
- bovenmeester
- bovenste holle ader
- bovenwettelijke vakantiedag
- boxer
- boxermotor
- boyband
- boycotgroente
- boycottomaat
- boze
- braadkip
- braadworst
- braakjaar
- braam
- braambes
- braamsluiper
- braamstruik
- Brabants boerenpaard
- Brabants bont
- Brabants trekpaard