Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie B
- b.d
- b.g.g
- b.l.e.w
- b.l.e.w.
- b.v.d
- b.v.d.
- b.v.h.d
- b.v.h.d.
- b.z.a
- baadster
- baaidag
- baak
- baaldag
- baalkatoen
- baalkatoenen
- baancafé
- baanseizoen
- baantjesjager
- baanvak
- baanvast
- baanvastheid
- baanwedstrijd
- baanzand
- baard
- baardaap
- baardagame
- baardgier
- baarduil
- baardwalvis
- baarmoederstaking
- Baarnaar
- Baarnse
- baars
- baas
- baas boven baas
- baas in eigen buik zijn
- baas in eigen huis zijn
- baasje
- baatbelasting
- babbelen en babbelen
- babe
- babi pangang
- baboe
- baby
- babybeurs
- babyblog
- babyblogger
- babyboom
- babyboomer
- babyboomgeneratie
- babybus
- babycrash
- babydoll
- babydruif
- babyface
- babyleeftijd
- babyluik
- babymoonvakantie
- babyschuif
- babyshower
- babytaxi
- babyzwemmen
- baccalaureus
- bacchanaal
- bachelor
- bachelorstudent
- bacil
- backgammon
- backlijn
- backpacker
- backtrack
- backtracker
- backtrackroute
- baco
- baconemoji
- bacove
- bacovebedrijf
- bacovewinkel
- bacterie
- bacterieafdruk
- bacterieslijm
- bacteriologie
- Bactrische kameel
- bader
- badhairday
- badhandje
- badjas
- badjuffrouw
- badkamer
- badkamer en suite
- badkamerdeur
- badkuip
- badmeester
- badmuts
- badpak
- badpersoneel
- badplaats
- badschuim
- badseizoen
- badslipper
