Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie S
- slachtdier
- slachterij
- slachthuis
- slachtkip
- slachtkuiken
- slachtoffer
- slachtoffercultuur
- slachtofferhulp
- slachtrund
- slachtschaap
- slachtvarken
- slacouvert
- slag in het gelaat
- slager
- slagerij
- slagersmes
- slaginstrument
- slagroom
- slagschip
- slagwerend vest
- slagwerk
- slagwerker
- slak
- slakkenhuis
- slakom
- slangenbeet
- slangenbezweerder
- slangenei
- slangenhalsvogel
- slangenleer
- slangenleren
- slanke lori
- slaolie
- slapen als de muizen in het meel
- slapen als een marmot
- slapen als een os
- slapen als een roos
- slapende honden wakker maken
- slapende vennoot
- slapende vennootschap
- slapjanus
- slaplant
- slappeling
- slashie
- slavenhandelaar
- slecht wijnjaar
- slechtbetaald
- slechte dagen
- slechtgehumeurd
- slechtgekleed
- slechtgezind
- slechtnieuwsgesprek
- slechtvalk
- slechtweergarantie
- slechtziende
- sledehond
- sleehak
- sleepboot
- sleephopperzuiger
- sleepnet
- slem
- slenteren
- sleper
- sletvrees
- sleutel-op-de-deur
- sleutelfactor
- sleutelgatchirurg
- sleutelgatchirurgie
- sleutelgatoperatie
- sleutelgeld
- sleutelkaart
- sleutelkind
- sleutelkoord
- sleutelmoment
- slijk
- slijmbal
- slijmen
- slijmerd
- slijmprik
- slikker
- slimmerd
- slimmerik
- slimwoner
- slingeraap
- slingerpad
- slip
- slip-over
- slipje
- sliplift
- slippendrager
- slipper
- slippertje
- slipschool
- slipstream
- sliptong
- slissen
- slobbertrui
- sloddervos
- slodderwetenschap
- sloep