Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie S
- simplex
- simultaanwedstrijd
- sinaasappel
- sinaasappelboom
- sinaasappelhuid
- sinaasappelrasp
- sinaasappelsap
- sinaasappelschil
- sinas
- sinds een dag of wat
- sinds een decennium of wat
- sinds een eeuw of wat
- sinds een week of wat
- sinds jaar en dag
- Singaporaan
- Singaporaanse
- Singaporees
- Singaporese
- sinologie
- sinoloog
- sint-bernard
- sint-bernardshond
- sint-jakobsschelp
- Sint-Niklase
- Sint-Niklazenaar
- Sinte-Mette op de kruk
- sintel
- sintelpad
- sintenschisma
- sinterklaasavond
- sinterklaasverkoop
- sinusitis
- siroop
- siroop smeren
- sitar
- sitarspeler
- sitcom
- site
- Sittardenaar
- Sittardse
- situatieschets
- sixpack
- sjaal
- sjabloon
- sjacheraar
- sjans
- sjekkie
- sjilp
- sjilpen
- sjoel
- sjoelen
- sjoemelcultuur
- sjoemelsoftware
- sjouwer
- skai
- skatebond
- skateschool
- skeelerwedstrijd
- skegging
- skiblessure
- skiff
- skifile
- skileraar
- skill
- skink
- skinny
- skinny jeans
- skinnydippen
- skipak
- skischoen
- skischool
- skiseizoen
- skunk
- skûtsje
- skybox
- skypen
- sl
- sla
- slaafvrije chocola
- slaapalarm
- slaapapneu
- slaapapneusyndroom
- slaapdrank
- slaaphuis
- slaaphygiëne
- slaapjurk
- slaapkamer
- slaapkamerdeur
- slaapkwab
- slaapliedje
- slaapmuts
- slaaprijden
- slaaprijder
- slaapschuld
- slaapuur
- slaapwachtende
- slaatje bla
- slab
- slabbetje
- slablad
