Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

sleutelkaart

betekenis & definitie

keycard.

kaart, meestal met een ingebouwde chip, een barcode of een magnetische strip, die toegang verleent tot een beveiligde of afgesloten plaats, bijvoorbeeld een hotelkamer of een parkeergarage, of als sleutel dient voor voorwerpen als kluizen of koffers of vervoermiddelen; kaart die als sleutel dient; keycard.

Voorbeelden:
Ons wordt de vondst gemeld van een sleutelkaart van een Renault Espace. Deze werd aangetroffen in de bocht Stationsweg/Middelhorsterweg in Haren. De eigenaar wordt verzocht even een mail aan de redactie te zenden.
http://www.harendekrant.nl/gevonden-sleutelkaart-van-een-renault-espace/, 1 mei 2012

De advocaat neemt de sleutelkaart uit zijn zak om naar zijn kamer te gaan.
NRC, 1994

Overal waar kaarten worden gebruikt, komt het CardBook van pas: hotels (sleutelkaarten) [...] benzinestations (tankpassen) grootwinkelbedrijven (loyaltycards).
http://www.gigamedia.nl/frames/index.htm

We waren op een dag net klaar met een trainingsrondje en bukten ons om onze sleutelkaarten uit onze sokken te halen, toen ze naar me toeboog en met haar afschuwelijke cockney-accent in mijn oor fluisterde: 'Awright, schat, heb je zin om te neuken?'
Andy McNab, Crisis four, 2000

< >