Als gevolg van verschillen in geografische ligging en historische ontwikkeling hebben honderden menselijke gemeenschappen op aarde zich op verschillende wijze ontwikkeld. Elk van hen is in het verleden uitgegroeid tot een min of meer onafhankelijk en gesloten geheel.
Elk ontwikkelde zijn eigen levenswijze; zijn eigen bestaansmiddelen, zijn eigen regeringswijze, zijn kunst, zijn karakter.Die verschillen hadden vaak tot gevolg, dat sommige gemeenschappen tegenover elkaar kwamen te staan; dat de ene haar onafhankelijkheid moest verdedigen tegenover de andere. Uit dat alles ontwikkelde zich het systeem van de landsgrenzen, die een nationale maatschappij min of meer afbakenden en die werden verdedigd tegenover de buitenwereld. Tegelijkertijd echter bleef voor elk land de behoefte bestaan over de landsgrenzen heen met andere landen in contact te blijven.
Met andere woorden: personen uit het ene land moesten, ondanks het bestaan van grenzen, in de gelegenheid blijven van het ene land naar het andere te reizen.
Op dat punt in de geschiedenis werd het paspoort geboren: een geschreven verzoek van de regering van het ene land aan die van alle andere om haar onderdaan toe te staan zich vrij te bewegen. Het paspoort is tegelijkertijd een mededeling van de regering die het uitgeeft, dat zij van plan is de drager ervan te beschermen. Als de houder van een Nederlands paspoort in den vreemde kwaad wordt berokkend, dan betekent dat in principe, dat dit kwaad het gehele Nederlandse volk is aangedaan.
Paspoorten worden in Nederland gewoonlijk uitgegeven door de commissarissen van de koningin in de verschillende provincies. Ze moeten op verzoek getoond worden aan de vertegenwoordigers van de officiële instanties van het land, waarheen men wil reizen: politiebeambten, douaniers, militaire functionarissen enz.
Nederlandse paspoorten zijn vijf jaar geldig en bevatten behalve een pasfoto van de drager ook verscheidene bijzonderheden zoals naam, adres, geboortedatum, kleur van haar en ogen enz.