Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

REGERING

betekenis & definitie

Nagenoeg alle landen ter wereld bezitten een of andere regeringsvorm. In verscheidene landen is dat tegenwoordig de democratie: een staatsvorm, waarin het volk zélf zijn regeerders kiest.

Aan het hoofd van andere landen staan koningen of koninginnen, die het recht op de troon geërfd hebben. Sommige landen worden bestuurd door dictators die zich van de macht hebben meester gemaakt; in primitieve landen ligt de bestuursmacht vaak in handen van stamhoofden.Een regering kan goed of slecht zijn. Er zijn mensen (we noemen ze anarchisten) die menen, dat élke vorm van regering verkeerd is en dat een volk slechts echt welvarend kan worden als het geen regering heeft. Er is een tijd geweest, dat de wereld heel wat anarchisten kende. Tegenwoordig is hun aantal echter betrekkelijk gering.

Er zijn altijd regeringen geweest omdat de mens nu eenmaal niet volmaakt is en desondanks aspiraties heeft, die hij in zijn eentje niet zou kunnen verwezenlijken. Leven zonder een of andere vorm van bestuur zou tot gevolg hebben, dat iedereen kon doen wat hij wilde. En tot welke toestanden dat in onze dichtbevolkte mensengemeenschappen zou leiden, kan iedereen zich zonder veel fantasie voorstellen!

Het ontstaan van de eerste regeringsvormen was niet het gevolg van zorgvuldige voorbereiding en overleg. Het is bepaald niet zo geweest, dat onze verre voorouders op een goede dag bijeengekomen zijn en gezegd hebben: ‘Het wordt tijd dat we een regering krijgen. Welke vorm zullen we eens kiezen?’ Veel eerder moeten we het zo zien, dat de verschillende bestuursvormen van een land of een volk geleidelijk gegroeid zijn en zich telkens aanpasten aan gewijzigde omstandigheden en behoeften.

Zelfs toen de mens zich nog niet georganiseerd had in grote gemeenschappen en de grootst bekende groep nog de familie was, waren er zeer eenvoudige ‘regeringsvormen’. De ouders van zo’n gezin waren in feite ook bestuurders. De gevaren die de mens in de oertijd omringden, waren echter zo groot en zo veelvuldig, dat de verschillende gezinnen zich al spoedig verenigden. Voor grotere groepen immers was het veel gemakkelijker die gevaren het hoofd te bieden. Die eerste menselijke gemeenschappen bestonden overigens uit families, die op een of andere wijze aan elkaar verwant waren.

Een van de vroegste menselijke gemeenschappen staat bekend als de ‘patriarchale clan’ en ontstond in de tijd, dat de mens ophield met jagen en in plaats daarvan vee ging hoeden. ‘Patriarchaal’ stamt van het Grieks, dit betekent ‘heerschappij van de vader’.

In zo’n patriarchale groep hieven de zoons ook na hun huwelijk bij de familie behoren. Ook de zoons uit zo’n huwelijk bleven in de clan en na verloop van tijd ontstond er een grote groep, waarvan de leiding berustte bij de oudste vader uit de gemeenschap: de patriarch. Hij werd beschouwd als het meest wijze en ervaren lid van de groep en als gevolg daarvan werd zijn woord door elk familielid als wet beschouwd.

Sommige van deze primitieve clans werden groter en groeiden uit tot stammen. Soms gebeurde dat doordat de ene clan verscheidene andere aan haar macht onderwierp. In deze grotere gemeenschappen was een of andere vorm van bestuur nog harder nodig dan in de kleinere clans. Onderlinge geschillen in de stam moesten immers geregeld worden en er was iemand nodig, die de stam in tijden van oorlog aanvoerde en leiding gaf. In zulke gevallen kwam de leiding daardoor in handen van een stamhoofd. Omdat een van zijn voornaamste taken de bescherming van zijn stam was, werd het stamhoofd meestal gekozen uit de beste krijgers van de groep.

Als tegenprestatie voor zijn leiding in tijd van gevaar luisterde de stam naar zijn woord en legden de leden ervan zich neer hij zijn beslissingen. Als een stamhoofd stierf of sneuvelde, werd hij heel vaak opgevolgd door zijn oudste zoon. In het verre verleden heersten zulke stamhoofden over een groep mensen maar niet over een bepaald gebied. Gewoonlijk immers bestond de stam uit nomaden, die van streek naar streek trokken op zoek naar weidegronden. Na verloop van tijd echter vestigden steeds meer stammen zich voorgoed op een vaste plaats. In zulke gevallen bestuurden de opperhoofden niet alleen de groep mensen, waaruit de stam bestond maar ook het land waarin de stam zich had gevestigd. Op zulke ogenblikken werd de basis gelegd voor een ‘land’.

De geschiedenis van de verschillende landen vormt meestal een lang en boeiend verhaal, waarin voortdurend geëxperimenteerd wordt met allerlei regeringsvormen. In de bloeiperiode van het oude Egypte werd het hoofd van de regering ‘farao’ genoemd. De Egyptische farao’s waren rijk en machtig en het volk genoot onder hun bestuur zeer weinig vrijheid. Alle arbeid werd door de regering voorgeschreven en kans om zelf te denken kreeg het Egyptische volk nauwelijks. In het bestuur van het land werd de farao bijgestaan door talrijke soldaten, rechters, belastinginners en priesters.

De grote macht van de farao’s is gemakkelijk te verklaren. Het leven van het Egyptische volk was afhankelijk van het water van de Nijl - en dat water werd volledig gecontroleerd door de grote irrigatiewerken, die in handen van de regering waren. Bovendien beschouwden de Egyptenaren hun farao als een godheid. Overigens was ook die ‘godheid’ niet zo vrij als het lijkt. Allerlei regels en gebruiken maakten het ook hem onmogelijk te doen en te laten wat hij wilde. Niemand van ons zou het nog plezierig vinden te leven in een land, dat op dezelfde wijze geregeerd werd als het oude Egypte. Eén aspect van de Egyptische regeringsvorm (en van die van verscheidene andere grote rijken uit die tijd) is echter een mijlpaal in de geschiedenis van de bestuursvormen.

Dat was het idee van het ‘rijk’; van het samenbundelen van allerlei kleinere groepen tot een grote, krachtige gemeenschap.

Heel anders dan de Egyptische regeringsvorm was de bestuursvorm van de Griekse stadstaat Athene tijdens de Griekse ‘gouden eeuw’. Na allerlei andere regeringsvormen beproefd te hebben, koos de stad tenslotte de democratie. Het begrip ‘democratie’ stamt van twee Griekse woorden, die resp. ‘volk en ‘regeren’ betekenen. In Athene regeerde het volk zichzelf. Hoewel Athene dus een democratie was, betekende dit niet, dat iedereen een stem in het kapittel had. Vrouwen en slaven bijvoorbeeld mochten niet stemmen en dat gold ook voor hen, die wel in Athene woonden maar er niet geboren waren. Elke Atheense burger echter mocht

een officiële functie bekleden of mocht zitting nemen in een jury. Ook het oude Rome beproefde, evenals Athene, verscheidene regeringsvormen. In de bloeitijd regeerden de ‘Consuls’. In de laatste fase van het Romeinse Rijk lag de macht in handen van een keizer. Onder de consuls veroverden de Romeinen het ene land na het andere. Er werden grote wegen aangelegd om alle delen van het uitgestrekte rijk met elkaar te verbinden en de Romeinen zorgden ervoor dat in al hun gebieden dezelfde wetten golden, dezelfde taal werd gesproken, dezelfde munten werden gebruikt en dezelfde maten en gewichten. Sommige latere Romeinse keizers waren zwakke figuren; andere waren berucht om hun wreedheid.

Maar een nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van de regeringsvormen was de Romeinse stelregel: ‘Overal en voor allen hetzelfde’. We moeten de ontwikkeling van de eerste, primitieve regeringsvormen tot de bestuursvormen van vandaag niet zien als een gestaag klimmende lijn. Integendeel: er zijn verscheidene perioden geweest waarin een voor die tijd moderne regeringsvorm vervangen werd door een veel meer primitieve.

Tien eeuwen geleden bijvoorbeeld was er in de meeste streken van Europa van enige vorm van regering geen sprake. Iedere familie, elk individu zelfs was op zichzelf aangewezen en iemands leven verkeerde dan ook elke dag in gevaar. Uit die chaotische toestand ontstond het feodalisme; een vorm van bestuur, die hoogtij vierde in de tijd van ridders en jonkvrouwen. De ridders woonden in versterkte kastelen en bezaten het grootste gedeelte van het land. Ze beschermden de levens en goederen van ieder, die op dat land woonde - en in ruil daarvoor beloofden de beschermden hun kasteelheer trouw. Hoewel het feodalisme dus een lossere vorm van bestuur was dan het veel oudere Romeinse keizerschap, betekende het in de Europese Middeleeuwen een grote verbetering na de chaos, die gevolgd was op de ineenstorting van het Romeinse Rijk.

In de voorbije 1000 jaar is de geschiedenis van de regeringsvormen er een geweest vol strijd en verwarring. Overal ter wereld heeft het volk de strijd aangebonden met de absolute vorsten; bijna overal heeft het die strijd gewonnen- en gelegenheid gekregen zélf te bepalen hoe het geregeerd wenst te worden. De rechten van het volk zijn tegenwoordig neergelegd in de grondwet, die tevens regelt hoe de regeringsvorm van het land is en op welke wijze ze werkt. Jarenlang ook is er getwist en gestreden om kerk en staat van elkaar te scheiden. In sommige landen heeft het volk later weer een deel van zijn vrijheid opgeofferd in ruil voor bescherming.

Ook in onze tijd is men het nog lang niet eens over de vraag, welke regeringsvorm eigenlijk de ideale is. Er zijn monarchieën en dictaturen, federale en centrale republieken, volksrepublieken en zelfs nog keizerrijken. Maar hoe verschillend van vorm en werkwijze ze ook zijn, ze komen in één ding overeen. Veel meer dan dat vroeger het geval was, doen de regeringen hun best de rechten van het volk te eerbiedigen.

< >