Op de tekening aan het begin van dit artikel zijn drie kunstenaars aan het werk: een schilder, een houtsnijder en een beeldhouwer. Schilderen, houtsnijden en beeldhouwen worden tot de ‘kunsten’ gerekend.
De tekening zou met een groot aantal andere kunsten uitgebreid kunnen worden. Want ook musiceren, acteren, filmen, tekenen, weven, borduren en componeren (om slechts een paar voorbeelden te noemen) worden onder bepaalde voorwaarden tot de kunsten gerekend. Er is geen duidelijke scheidingslijn tussen kunst en sommige andere menselijke bezigheden. Mandenmaken bijvoorbeeld kan een kunst zijn; het is echter evengoed mogelijk, dat het een ambacht is. Als de mandenmaker uitsluitend de bedoeling heeft een mand te maken, die groot genoeg is om een paar kilo aardappelen te bevatten, kunnen we niet zeggen, dat hij een kunstenaar is. Hij is dan een wellicht zeer bekwaam ambachtsman.
Maar als hij daarnaast aan die mand een zo fraai mogelijke vorm tracht te geven en ze misschien zelfs versiert met mooie, ingevlochten figuren - dan is het vrijwel zeker, dat we met een kunstenaar te doen hebben en dat zijn manier van vlechten tot de kunsten gerekend kan worden. Diezelfde redenering gaat op voor een groot aantal andere bezigheden; na het bovenstaande is het begrijpelijk dat drukkers, wevers, pottenbakkers en meubelmakers zowel kunstenaar als ambachtsman kunnen zijn.
Niemand is in staat na te gaan, welke kunstvorm de oudste is geweest. We weten, dat de primitieve holenmens de wanden van zijn rotswoningen versierde met schilderingen en tekeningen. Maar diezelfde mens verfraaide ook zijn benen mes met primitieve dierfiguren en er is alle kans, dat hij bij tijd en wijle ook gezongen heeft. Duizenden jaren geleden ontwierpen Egyptenaren en Babyloniërs reeds zeer mooie gebouwen - maar ze vervaardigden ook kunstig pottebakkerswerk en weefden prachtige kledingstukken.
Ook muziek is al een zeer oude kunstvorm. Niemand kan echter vertellen wanneer uit holle takken en rietstengels de eerste muziekinstrumenten vervaardigd werden en wanneer de eerste melodieën van deze primitieve fluiten en hoorns over de aarde hebben geklonken. Ook een kunstvorm als de dans laat nauwelijks sporen achter. Het is praktisch zeker dat zelfs de primitiefste mens al gedanst heeft en dat deze vorm van kunst een van de oudste ter wereld is.
Bij de oudere volkeren zijn kunst en godsdienst altijd nauw met elkaar verbonden geweest. Veel geleerden zijn bijvoorbeeld van mening, dat de rotstekeningen van de holenmens een religieuze betekenis hadden. Door de eeuwen heen hebben tempels en kerken tot de kostelijkste voortbrengselen van de bouwkunst behoord en ook schilder- en beeldhouwwerk stonden eeuwenlang in dienst van de godsdienstige praktijken van de makers. Kunst is ook lange tijd bepaald geworden door de omgeving en de materialen, waarin en waarmee de mens moest leven. Eskimo’s zijn altijd knappe ivoorsnijders geweest, die de tanden van walrussen op kunstige wijze wisten te bewerken. Daarentegen heelt de bouwkunst bij dit volk geen enkele kans gekregen.
Materialen als sneeuw, ijs, drijfhout, beenderen en dierenhuiden lenen zich nu eenmaal niet voor een hoogstaande architektuur. Om dezelfde redenen vervaardigden de Indianen uit het zuidwesten van de Verenigde Staten prachtige sieraden van zilver en turkoois; materialen, die veelvuldig in hun woongebied voorkwamen.
Op één punt lijken alle kunstwerken op elkaar: ze bezitten een bepaald patroon, een bepaald ontwerp. Dit geldt evengoed voor een muziekstuk als voor een schilderij; beide zijn door de kunstenaar op zeer zorgvuldige wijze gecomponeerd.
Iemand is pas een kunstenaar als hij erin slaagt in zijn werk persoonlijke ideeën te verwerken op een dusdanige wijze, dat anderen erdoor geboeid en bewogen raken. In het verleden kregen tienduizenden mensen de kans zich tot kunstenaars te ontwikkelen. Ze vervaardigden namelijk allerlei voorwerpen met de hand en hadden dus ruime mogelijkheden hun kast, hun stoel, hun potten en tapijten tot echte kunstwerken te maken. Tegenwoordig is dat allemaal anders geworden. Het grootste gedeelte van onze gebruiksvoorwerpen wordt langs machinale weg vervaardigd; wie de behoefte voelt zich op een of andere wijze persoonlijk uit te drukken, zal zich meestal speciaal aan een of andere kunstvorm moeten wijden. Hij kan het niet meer ‘terloops’ in zijn werk doen.
Een kunstenaar legt in zijn werk vaak zijn diepste gevoelens van vreugde, verdriet, vrees of godsvrucht neer. Zulk werk spreekt een eigen ‘taal’, die verstaan kan worden door degene, die het kunstwerk ziet of er naar luistert.
Wie naar beneden kijkt uit een vliegtuig, dat kilometers hoog door het luchtruim suist, ziet een patroon van groene en gele velden met kleurige stippen: huizen en boerderijen. Door dat patroon slingeren de witte en blauwe linten van wegen en rivieren. Wat zo’n luchtreiziger ziet lijkt meer op een landkaart dan op een landschapstekening; het lijkt in niets op schilderijen van velden, bossen, boerderijen of rivieren zoals we ze in veel kunsthandels kunnen kopen. Het beeld is door het ongewone standpunt van de toeschouwer veranderd in een abstract patroon.
Veel moderne kunstenaars (schilders, beeldhouwers, tekenaars, fotografen, kunstwevers, enz.) hebben zich tot het abstracte patroon gewend. Ze zijn afgestapt van de traditionele afbeelding van de werkelijkheid en zoeken hun motieven in de werkelijkheid zoals zij die onder bepaalde omstandigheden zien of zoals zij deze willen gebruiken als aanleiding hun eigen gevoelens tot uitdrukking te brengen. Het is een vergissing te menen, dat abstracte kunst ‘gemakkelijker’ te maken zou zijn dan traditionele, realistische kunst. Goede abstracte werken zijn meestal zeer zorgvuldig overwogen en gecomponeerd en veel bekende, abstracte schilders hebben jarenlang ‘naar de natuur’ gewerkt voordat ze zich aan abstracties waagden.
In de abstracte kunst zijn talloze richtingen. Sommige kunstenaars werken volgens een methode, die we ‘half-abstract’ zouden kunnen noemen. In een half-abstract schilderij zijn mensen, bomen, gezichten en voorwerpen meestal nog wel te herkennen, maar ze zijn op alle mogelijke manieren vervormd of uit hun verband gerukt. Dat abstracte kunst juist in deze tijd is ontstaan, is eigenlijk niet zo vreemd. Kunstenaars reageren meestal op het karakter en de geest van een bepaalde tijd. Onze tijd is een overgangstijd; oude ideeën tuimelen omver en gevestigde overtuigingen worden door allerlei oorzaken aan het wankelen gebracht ... en dat alles komt op een of andere wijze tot uitdrukking in verscheidene moderne kunstvormen; in de schilderkunst evengoed als in het werk van moderne beeld -
houwers en in de composities van hedendaagse componisten. En zelfs toegepaste kunsten (zoals het ontwerpen en uitvoeren van meubels en van gebruiksvoorwerpen) kunnen zich niet helemaal aan de invloed van de abstracte kunst onttrekken en leveren werk af, dat vaak sterk afwijkt van het traditionele.
Veel moderne kunst is voor het publiek moeilijk te begrijpen. Moderne schilderijen en beeldhouwwerken worden dikwijls met opgetrokken wenkbrauwen bekeken; moderne muziek uitgekreten als ‘waanzinnige herrie’. Helemaal eerlijk is dat niet. Een modern kunstenaar met eerlijke bedoelingen doet zijn uiterste best de onzekerheid en nieuwheid van deze tijd, zoals hij die ervaart, in zijn werk te verbeelden. Dat het resultaat verward lijkt, ligt niet zozeer aan de kunstenaar als aan de tijd, waarin hij leeft. Bovendien kan zijn werk begrepen worden.
Door hen namelijk, die zélf de nieuwheid van hun tijd aanvoelen en hun eigen onrust, moed of angst terugvinden in het kunstwerk. De moderne toegepaste kunst (meubelontwerpen, interieurverzorging, verpakkingsontwerpen, etc.) wordt tegenwoordig door tal van factoren beïnvloed. Kunstenaars, die zich met deze kunstvormen bezighouden, besteden bijvoorbeeld bijzonder veel aandacht aan de bruikbaarheid van hun produkten. Ze streven, om een voorbeeld te noemen, naar een zeer mooie stoel - maar zorgen er tegelijkertijd voor, dat die stoel uiterst gemakkelijk zit en dat de bruikbaarheid ervan niet opgeofferd wordt aan de schoonheid. Bovendien houden zij rekening met allerlei ontdekkingen van de moderne wetenschap. Sinds ze bijvoorbeeld weten dat blauwe kleuren de meeste mensen een gevoel van kilheid geven en rode en gele kleuren een gevoel van warmte, zijn ze in staat voor allerlei omstandigheden een ideale kleurcombinatie te ontwerpen.