Kamelen leven in de gloeiend hete woestijngebieden en zijn op een bewonderenswaardige wijze aangepast aan streken waar voedsel en water erg schaars zijn. Ondanks hun omvang kunnen deze dieren dagenlang zonder eten; ze dragen namelijk in hun bulten een voedselvoorraad mee.
Als er genoeg te eten is, grazen kamelen veel langer dan eigenlijk nodig zou zijn. Alle extra-voedsel wordt omgezet in vet en opgeslagen in de bulten, die spoedig vol en rond staan.Hoe lang een kameel zonder voedsel kan, hangt af van de arbeid die hij verricht. Als het dier zwaarbeladen is, heeft het veel energie nodig. In dat geval verbruikt het de reservevoorraad veel sneller dan wanneer er minder werk te verzetten valt. Kamelen kunnen in hun lichaam ook watervoorraden vormen en zijn dan in staat minstens drie dagen zonder vocht te leven. Zodra ze water vinden, drinken ze er echter reusachtige hoeveelheden van. Er zijn gevallen bekend van kamelen, die in één keer meer dan 75 liter water dronken!
Kamelen zijn ook uitstekend toegerust om de hitte en het zand van de woestijn te verdragen. Zachte kussentjes beschermen hun poten tegen de hitte van de woestijnbodem en voorkomen, dat de dieren in de rulle bodem wegzakken. Tijdens een zandstorm kan de kameel zijn neusgaten sluiten om het stof buiten te houden. Lange haren en wimpers zorgen ervoor, dat tijdens zo’n storm ook ogen en oorschelpen vrijblijven van zand. Er zijn twee soorten kamelen. De Bactrische kameel heeft twee bulten en komt oorspronkelijk uit midden-Azië.
De Arabische kameel of dromedaris heeft slechts één bult. Hij is afkomstig uit Arabië en Noord-Afrika en wordt behalve als lastdier ook gebruikt als wedstrijddier. Kamelen leveren hun eigenaars melk en vlees; ze doen dienst als lastdier en van hun haar kan fijn, zacht weefsel gemaakt worden. Een kameel begint gewoonlijk op vierjarige leeftijd lasten te dragen; het dier kan daar mee doorgaan tot het 25, 30 jaar oud is. Gewoonlijk weegt een kameellast 200 kg; er zijn echter kamelen, die over korte afstanden meer dan 500 kg kunnen vervoeren.
Lange kameelkaravanen behoren tot de dagelijkse verschijningen in de woestijnen van Azië en Afrika. Ze trekken dag en nacht, zomer en winter en stoppen slechts om dieren en drijvers in staat te stellen korte tijd te rusten.
In de Sahara wordt de kameel geleidelijk verdrongen door autobussen en vrachtwagens. Dat geldt echter alleen voor de drukste routes van deze woestijn. Daarbuiten blijft het ‘schip van de woestijn’, zoals de kameel wel eens genoemd wordt, het belangrijkste middel van vervoer.