Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

GOTIEK

betekenis & definitie

De gotiek is een stijl, die in het midden van de 12e eeuw ontstond in Frankrijk en die in de Middeleeuwen de kunst in West-Europa volledig beheerste. Kunsthistorici onderscheiden in de gotiek drie perioden: de vroege gotiek, die zich kenmerkte door eenvoud en strakheid van lijn; de hooggotiek, waarin de voornaamste meesterwerken in deze stijl ontstonden en de late gotiek die tot in de 14e eeuw voortduurde en die zich kenmerkt door een hang naar detailversieringen en een zeer rijke ornamentiek.

Hoewel de gotiek alle kunstuitingen beïnvloed heeft en o.m. tot uitdrukking is gekomen in de schilderkunst, de edelsmeedkunst, de beeldhouwkunst en de glas-in-lood-kunst, lag het zwaartepunt op de architektuur en vooral op de kerkelijke bouwkunst. De kathedraal is het symbool geworden van de gotiek; vooral ook, omdat de meeste andere gotische kunstuitingen dienden om het in- en uitwendige van de kathedraal op te luisteren.De bouwmeesters van de gotiek legden in hun kerkgebouwen heel het religieuze gevoel van hun tijd; een gevoel dat met name tot uitdrukking komt in de schijnbaar eindeloze, vertikale lijnen, die de blik van de bezoeker bijna automatisch naar boven richten, naar God. Voorbeelden van zulke meesterwerken zijn de kathedralen van Parijs (Notre Dame), Chartres, Reims, Amiens en Rouaan. Een bekende gotische kathedraal in Nederland is de Sint Jan in ’s-Hertogenbosch. Voorbeelden van profane gotische bouwkunst zijn het beroemde kasteel van Carcassonne in Zuid-Frankrijk, de Westminster Hall in Londen, het Dogenpaleis in Venetië, de Lakenhal in leper en het stadhuis van Leuven.

In het begin van deze eeuw herleefde de gotiek o.m. in Nederland in de zg. neo-gotiek waarvan in ons land de architekt J. Cuypers (1861 - 1949) de voornaamste vertegenwoordiger was. Hij bouwde o.a. het Centraal Station in Amsterdam.

< >