Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

GOUD

betekenis & definitie

Goud is altijd een begeerd metaal geweest. Er zijn oorlogen om ontstaan; avonturiers hebben er de grootste gevaren om getrotseerd; de alchemisten uit de Middeleeuwen wijdden hun hele leven aan het zoeken naar een formule om goedkope metalen in goud te veranderen en de ontdekking van goudaders in de Verenigde Staten en Australië heeft indrukwekkende ‘goldrushes’ tot gevolg gehad, die tot op de dag van vandaag dankbaar materiaal leveren voor tientallen avonturenfilms.

Goud is een metaal, dat de mens reeds in de allervroegste tijden kende en begeerde. Een van de redenen van die vroege ontdekking is, dat goud in de natuur in vrije vorm wordt aangetroffen. Dit bijvoorbeeld in tegenstelling tot het veel minder zeldzame aluminium, dat pas een paar honderd jaar geleden ontdekt werd. Aluminium komt namelijk niet in vrije vorm voor; in de natuur heeft het zich altijd verbonden met andere stoffen.

Goud is ook al eeuwenlang gebruikt als geld, als betaalmiddel. Het voldeed aan alle eisen, die aan een betaalmiddel gesteld kunnen worden; het is vrij zeldzaam; het is duurzaam en liet kan vrij gemakkelijk omgesmolten worden tot baren of tot muntstukken. Lang voordat iemand echter op het idee kwam om gouden munten te slaan, werd goud al gebruikt voor het maken van kostbare sieraden. Behalve kostbaar is goud namelijk ook mooi en het blijft dat omdat het noch door vocht noch door insekten wordt aangetast. Die duurzaamheid maakt het ook mogelijk goud telkens opnieuw te verwerken. Het is bijvoorbeeld best mogelijk, dat een moderne gouden ring gemaakt is van metaal, dat lang geleden deel heeft uitgemaakt van een Incakroon; later verwerkt is in een Spaans muntstuk; nog later begraven is geweest als deel van een piratenschat en tenslotte via talrijke zwerftochten terecht gekomen is in de smeltoven van een edelsmid. Dat is mogelijk .... want er is evenveel reden om aan te nemen, dat het metaal enkele maanden geleden tevoorschijn is gekomen uit een van de vele goudmijnen op de wereld!

Het eerste goud werd gevonden aan de oppervlakte van de aardkorst; goudzoekers konden volstaan met het wassen van een hoeveelheid aarde in een goudpan, waarin tenslotte het zuivere goud achterbleef in de vorm van ‘nuggets’: grotere of kleinere klompjes metaal. Tegenwoordig is alle oppervlaktegoud verdwenen. Goudmijnen bevinden zich nu dikwijls even diep onder de grond als steenkoolmijnen en er moet heel wat zware arbeid verzet worden vóór het gereed is om tot sieraden, muntstukken of tanden verwerkt te worden.

Goud is een zeer zacht metaal, dat gemakkelijk beschadigd kan worden. Om het bruikbaar te maken voor sieraden en gebruiksvoorwerpen wordt het daarom vermengd met andere, hardere metalen. Het goudgehalte wordt uitgedrukt in karaat; 18 karaats goud bestaat uit 18 delen goud en 6 delen van een ander metaal; 14 karaats goud uit 14 delen goud en 10 delen minder edel metaal. Zuiver goud is 24 karaat. Eeuwen geleden ontdekte de mens dat goud geplet kan worden tot uiterst dunne vellen bladgoud. Dit bladgoud wordt gebruikt om bijvoorbeeld letters te drukken op boekomslagen of om porcelein etc. te versieren.

Hoe zeldzaam goud is, wordt duidelijk als men weet dat de hoeveelheid van dit metaal, die sinds de ontdekking ervan gevonden is, gemakkelijk opgeslagen zou kunnen worden op de verdieping van een royaal herenhuis. De hoeveelheid goud, die elk jaar aan de wereldgoudvoorraad wordt toegevoegd, kan zonder moeite opgeborgen worden in een kist van 2 x 1 x 1,50 meter. Het meeste goud wordt tegenwoordig gevonden in Zuid-Afrika. Andere landen met een behoorlijke goudproduktie zijn Canada, de Verenigde Staten en de Sowjet-Unie.

< >