Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

GLAS-IN-LOOD

betekenis & definitie

In de loop van de Middeleeuwen schoten in een groot deel van Europa de kathedralen bijna als paddestoelen uit de grond. Prachtige glas-in-loodramen zorgden in de majestueuze gebouwen voor een zacht, diffuus licht, dat in hoge mate bijdroeg tot de schoonheid en de verhevenheid van de gewijde plaats.

Nieuwsgierigen, die in die dagen zouden hebben kunnen doordringen in de werkplaats van een kunstenaar die zich met de vervaardiging van deze ramen bezighield, zouden getuige geweest zijn van een fascinerend schouwspel.Ze zouden een man ontmoet hebben die druk bezig was voor een grote, gietijzeren pot. In die pot bevond zich een mengsel van een onbestemde kleur, dat nagenoeg geheel uit zand bestond. Ze zouden gezien hebben hoe de kunstenaar de pot boven een vuur zette en hoe het zandmengsel geleidelijk een zachte caramelkleur kreeg. Plotseling zou de man dan een beetje van dit mengsel op het uiteinde van een lange, ijzeren pijp gebracht hebben. De bezoeker zou gezien hebben hoe hij het andere einde aan zijn mond bracht en blies .... en hoe het gesmolten zandmengsel aan de andere kant plotseling veranderde in een grote, blauwe glasbek Vervolgens zou de

kunstenaar die bel bliksemsnel op zijn werkbank uiteengespleten hebben tot een stuk helderblauw glas: een van de honderden, waaruit hij straks een glas-in-loodraam zou gaan samenstellen.

Het vloeibare mengsel in de ijzeren pot bevatte kwartszand, een scheikundige stof, die alkali genoemd wordt en een beetje metaal. Dat metaal verschilde wel eens; de soort ervan bepaalde tenslotte welke kleur het glas zou hebben. De kleuren, waarover de kunstenaar kon beschikken, waren niet talrijk. Meestal beperkte hij zich tot blauw en rood, waaraan hij een weinig geel en groen toevoegde. Soms zorgden de onzuiverheden in het gebruikte metaal ervoor, dat het verkregen glas onbruikbaar werd; af en toe echter schiepen juist deze onzuiverheden een kleur, die op geen enkele andere wijze verkregen kon worden en die de kunstenaar dan ook zeer zuinig toepaste.

Taferelen als het hierboven geschetste, vonden in de 12e en 13e eeuw plaats in een groot deel van Europa, waar men juist in die tijd bezig was met de bouw van kathedralen, die nu tot de beroemdste bouwwerken van de wereldarchitektuur gerekend worden. In die tijd ontstonden beroemde glas-in-loodramen zoals die van de kathedraal van Chartres, waarvan er verscheidene tot de mooiste van de wereld gerekend worden. Van latere datum maar eveneens zeer bekend zijn de ramen in de St. Janskerk in Gouda (van Crabeth) en die van de kerken in de Belgische plaatsen

Doornik, Lier, Diest, Mons, Brussel, Antwerpen, Brugge en Luik.

Bij het maken van een glas-in-loodraam begint de kunstenaar (of glazenier) met het tekenen van zijn ontwerp. Vervolgens snijdt hij zijn gekleurd glas in de gewenste vorm. Het glas wordt daarna met elkaar verbonden door middel van looddraad, die als het ware een lijst vormt rondom elk stukje glas en meestal anderhalve centimeter breed is. Glas-in-loodramen krijgen hun grootste schoonheid pas als het zonlicht erdoor naar binnen speelt. Geen enkel schilderij of mozaïek haalt het in schittering en diepte van kleur bij een goed glas-in-loodraam.

De eerste gebrandschilderde ramen droegen geen afbeeldingen van mensen of landschappen maar waren uitsluitend samengesteld uit geometrische figuren. Pas later slaagde men erin door middel van dit procédé scènes af te beelden. Nog later begonnen glazeniers hun glas te beschilderen met email; mogelijk omdat ze het oude geheim van gekleurd glas niet meer kenden; mogelijk ook, omdat deze methode iets gemakkelijker is. Beide methoden worden ook tegenwoordig nog in gemoderniseerde vorm toegepast.

< >