Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Cuijk

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Noord-Brabant.

Opgravingen hebben aangetoond, dat te Cuijk het Romeinse → castellum Ceuelum lag (zeer vermoedelijk was de naam Ceudiacum), een houten kamp in de tijd van keizer Claudius (41-54) aangelegd langs de Romeinse weg Tongeren—Nijmegen bij de belangrijke overgang over de Maas. Nadat ca. 100 n.C. deze militaire versterking was opgegeven, bleef gedurende de 2e en 3e eeuw een burgerlijke nederzetting bestaan. In de 4e eeuw werd hier een stenen castellum gebouwd als onderdeel van de Laatromeinse → limes langs Maas en Waal. Het Land van Cuijk bestond als zelfstandige heerlijkheid sedert de 8e eeuw, aanvankelijk met Cuijk, sedert de 12e eeuw met Grave als centrum. De heerlijkheid kwam 1399 aan Gelre.Litt. J.J.F.Wap, Gesch. v.h. Land en der heren van Cuijk (1858); J.Bogaers, Tweeduizendjarig bestaan van Cuijk (1948); H.J.Van Hulten, Brokstukken uit de gesch. van het land van Cuyk (2 dln. 1953; 1961); B.H.Stolte. De oudste vorm van de plaatsnaam Kuik (Brabantia, 1957); H.B.M.Essink, Een onderzoek naar absolute rechten van de heren van Cuijk (1968); W.A.van Es, De Romeinen in Nederland (1972).

< >