Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Nijmegen

betekenis & definitie

Ned. stad in de prov. Gelderland aan de Waal.

Bestond reeds als Keltische nederzetting. Uit het begin van de 1e eeuw zijn sporen gevonden van Romeinse nederzettingen en daarbij behorende grafvelden (o.a. het door Tacitus genoemde Oppidum Batavorum). Na de opstand van de Bataven (70) werden op de Hunerberg de grote castra aangelegd, waar tot ca. 105 het Legio x Gemina gelegerd is geweest. Bij dit kamp moet een nederzetting geweest zijn. Daarnaast ontstond in de laagvlakte een burgerlijk centrum, dat onder de naam Civitas Ulpia Noviomagus tot stad verheven werd (Ulpia naar de familienaam van keizer Traianus, 98-117). Na het terugtrekken van de Romeinen midden 3e eeuw werd deze stad verlaten en vestigde men zich weer op de heuvelrug.

In de 7e eeuw ontstond er een Frankische nederzetting. Karel de Grote had hier een → palts, die later tot burcht werd verbouwd (over is o.a. het Valkhof). Daarbij ontwikkelde zich een handelscentrum. In 821, 830, 837, 838 en 1018 weerden te Nijmegen rijksdagen gehouden; kreeg 1230 Akens stadsrecht; werd vrije rijksstad, kwam 1248 aan de graven van Gelre en kreeg in de 13e eeuw ook nogal wat nijverheid, die vooral afzet verwierf in het Maas- en Rijngebied; daarnaast belangrijk handelscentrum; volberechtigde Hanzestad en als zodanig reeds in de 14e eeuw betrokken bij de Oostzeehandel. Had in het laatst van de 15e eeuw veel te lijden onder de strijd tussen Gelre en Bourgondië; kwam 1543 evenals overig Gelre aan de Habsburgers. Vanaf 1566 hadden de hervormden en rooms-katholieken er gelijke rechten, maar 1579 onderdrukten de eersten het rooms-katholicisme. In 1573 werd hier de Conventie van Nijmegen tussen Spanje en Engeland gesloten over de handel met de Nederlanden.In 1585 viel Nijmegen in Spaanse handen, zodat nu de hervormden hun rechten verloren. Toen Maurits Nijmegen 1591 had ingenomen, bleef het voorgoed Staats; gaf tijdens het Twaalfjarig Bestand blijk van een sterk remonstrantse inslag, zodat Maurits 1618 ‘de wet verzette’; had 1672-74 Franse bezetting en 1678 werd er de → Vrede van Nijmegen gesloten tussen de Noordned. Republiek en Frankrijk. Tijdens de Republiek hoofdplaats van het kwartier van → Nijmegen. In de 18e eeuw verscheurd door interne twisten tussen de zgn. Oude en Nieuwe Plooi (→ Plooien); later tussen patriotten en prinsgezinden.

In 1923 werd hier de Katholieke Universiteit gesticht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed de stad 1944 zeer zware schade.

Litt. G.A.Meijer, Katholiek Nijmegen (2 dln. 1904-05); J.L.A.Terpstra, Nijmegen in de Middeleeuwen (1917): A.Lammerts van Bueren, De verwoesting van een oude keizersstad (1946): R.J.Kolman, De reductie van Nijmegen 1591 (1952); Tijdschrift Numaga (sedert 1954); M.P.Daniels, Noviomagus, Rom. Nijmegen (1955); J.A.Schimmel. Burgerrecht te Nijmegen 1592-1810 (1966); H.Brunsting. 400 jaar Rom. bezetting van Nijmegen (1969); J.de Vries, Nieuw Nijmegen 1870- 1970 (1969); M.G.M.Brinkhoff, Nijmegen, vroeger en nu (1971): H.J.J.Hendriks, M.J.Steenkamer en A.G.Mustert. Nijmegen onder raadpensionaris, koning. keizer en souvereine vorst (1971); Nijmeegse studiën (4 dln. 1973); A.F.Manning e.a., Kath. Univ.

Nijmegen 1923—73 (1974); P.H.D.Leupen en J.Thijssen. De vroegste gesch. van de middeleeuwse stad Nijmegen (in; SH, 1980. met litt.).