het Tunes der ouden (zie TUNES), stad in Afrika, aan de Middellandsche Zee, met de haven la Gouletle, 80 mijlen beoosten Algiers, niet ver van de plaats waar het oude Carthago gestaan heeft, verhief zich eerst na den ondergang dier stad (647 verwoest door de Arabieren). De Noormannen maakten zich van T. meester; doch het werd hnn (1159) door Abd-el-Moemen weder ontweldigd.
De stad T.was het doelwit van den laatsten kruistocht; bij het beleg van T. stierf de heilige Lodewijk aan de pest (1270). Karel V bemachtigde 1535 de haven la Goulette, die verdedigd werd door Barbarossa; doch onder Filips 11 werd die weder aan de Spanjaarden ontweldigd doorOcchiali (1574). Het regentschap T. (waarvan T. de hoofdstad is) is de volkrijkste der Barbarijsche staten, ten N. en O. door de Middell. Zee, ten Z. door Tripolis en de Sahara begrensd, 3710 vierk. mijlen groot, met 800,000 bewoners (meerendeels van arabische afkomst). Dit rijk beslaat het grondgebied van het voormalige Carthago; onder de Romeinen vormde het de twee provinciën Africa Propria en Byzacene; daarna maakte het deel uit van het rjjk der Vandalen, toen van het Oostersch-rom. rijk onder Justinianus en zijne opvolgers, van het groote rijk der kalifen (7e eeuw), van het rijk der Aglabieten of van Kairwan (800); het kwam onder de Falimieten 909, onder de Zeirieten 972, onder de Almohaden 1160. De Hafsieten stichtten 1206 de onafhankelijkheid van T., die eenige eeuwen voortbeslond, totdat Barbarossa zich van T. meester maakte 1534 voor Turkije: reeds in het volgende jaar werd de vorst van T. op zijnen troon hersteld door Karel V; in 1573 werden de Spanjaarden uit T. verdreven, en de turksche veldheer Sinan-pacha onderwierp T. aan het gezag van den sultan; ongeveer eene eeuw later matigden de turksche janitsaren zich het recht aan om den vorst van T. te kiezen, die den titel van bey voert, en tot op dit ongenblik vasal.is van de Porte.
